Spreken met signaalwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

SPREKEN

MET SIGNAALWOORDEN

Lesdoel

• Je kunt een samenhangend (verkoop)verhaal vertellen
• Je kunt de tekst goed opbouwen:
  INLEIDING - MIDDENSTUK - SLOT
  
• Je kunt gebruik maken van signaalwoorden
• Je kunt signaalwoorden herkennen

Programma

• Uitzoeken product (5 min.)
• Noteren steekwoorden bij product (10 min.)
• Theorie Inleiding, Middenstuk, Slot (5 min.)
• Herhaling theorie tekstverband en signaalwoorden (5 min.)
• Voorbereiden verkoopverhaal (1 tot 2 min.) met minimaal drie signaalwoorden
   (20 min.)
• Verkoopverhalen vertellen en beluisteren; noteren van signaalwoorden
  (30 min.)

Uitzoeken product

5 min.

Noteren steekwoorden

10 minuten

Opbouw van een presentatie

• Inleiding
• Middenstuk
• Slot 

Belangrijke signaalwoorden

• opsomming: eerst, vervolgens, als laatste, ten eerste, ten tweede

• tegenstelling: maar, hoewel, toch

• oorzaak-gevolg: daardoor, doordat

• voorbeeld: zoals, bijvoorbeeld
• reden/argument: omdat, want
• doel - middel: zodat, met behulp van

Bedenk een verkoopverhaal (20 min.)

• Bedenk een verhaal bij je voorwerp
• Gebruik daarbij de drie steekwoorden die je gekregen hebt van je medestudenten
• Gebruik minimaal drie signaalwoorden 

Luister naar de verkoopverhalen (30 min)

• Noteer de signaalwoorden die je hoort op het formulier
• Schrijf erbij welk tekstverband er bij hoort 
• Zijn de drie steekwoorden genoemd?

Lesdoel

• Je kunt een samenhangend verhaal vertellen
• Je kunt de tekst goed opbouwen:
  INLEIDING - MIDDENSTUK - SLOT
  
• Je kunt gebruik maken van signaalwoorden
• Je kunt signaalwoorden herkennen

Wat vond je van deze les?

0100