GS 1HV 3.1 (les 2)

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het Latijnse woord voor Romeins Rijk?
A
Impestum Patronum
B
Imperium Romanum
C
Imperius Expelliarmus
D
Imperio Romarus

Slide 3 - Quizvraag

Hoe worden de oorlogen met Carthago genoemd?

Slide 4 - Open vraag

Na hoeveel jaar trouwe dienst kreeg een soldaat in het Romeinse leger Romeinse burgerrechten?
A
15 jaar
B
20 jaar
C
25 jaar
D
30 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van het Romeinse leger? Er zijn vijf goede antwoorden.
het Romeinse leger
amateursleger
guerilla tactieken
beste ruiters
nieuwste technologie
weinig soldaten
generaals zitten centraal
de beste katapults
goede uitrusting
improviseren
beroepsleger
rijke soldaten
efficiënt systeem
training van een jaar
snelle schepen
goede tactiek

Slide 7 - Sleepvraag

2

Slide 8 - Video

00:54
Hoeveel jaar moet je soldaat zijn om veteraan te worden en pensioen te krijgen?

Slide 9 - Open vraag

01:21
Hoeveel kilometer per dag marcheerden de soldaten?

Slide 10 - Open vraag

Om zich te verdedigen draagt een Romeinse soldaat een groot schild in zijn linkerhand. Het is gemaakt van een paar lagen hout, die zo over elkaar zijn gezet dat je het schild onmogelijk in tweeën kunt hakken. De metalen rand en de kromme vorm maakt het nog steviger! Eerst waren de Romeinse schilden vrij ovaal, maar later werden ze meer rechthoekig. De greep zit achter de ijzeren schildknop, die je hand beschermt maar ook handig is om klappen mee uit te delen. Doordat het schild zo groot is kun je je er goed achter verschuilen, maar het is natuurlijk wel zwaar om te tillen.
Mantels waren er zeker niet alleen voor de sier, hoor! Een goede soldatenmantel kan dezelfde functie hebben als jouw jas, tegen de kou en tegen de regen. Ongeverfde schapenwol bevatte dan ook lanoline, een soort vet dat de wol waterafstotend maakt. De twee belangrijkste soorten soldatenmantels waren de sagum en de paenula.
De beroemde Romeinse helm kwam oorspronkelijk eigenlijk uit Gallië. Hij is gemaakt van brons of ijzer, met grote kleppen om je nek en je wangen te beschermen. Die waren in het begin maar klein, maar werden steeds groter en groter. Dat geldt ook voor de beugel bij je voorhoofd, die het tegenstanders moeilijk maakt om je gezicht te raken. Onder de helm draag je een muts, van wol of vilt, zodat het metaal geen zeer op je hoofd doet.
Deze lange werpspeer gooi je naar je vijand. Als je dat doet is er een grote kans dat de lange, dunne punt krombuigt of afbreekt. Dat is slim, want daardoor heeft het voor de vijand geen zin om de speer terug te gooien. Met een goede worp kan de pilum door het schild van een vijand heen. Die krijgt hem door het haakachtige puntje niet meer los, zodat de speer in de weg zit en hij niet verder kan lopen zonder zijn schild weg te gooien.
Een soldaat moet een pantser dragen om zijn romp te beschermen. Het goedkoopste is een harnas van stevige platen, die met riemen, scharnieren en veters aan elkaar zitten. Het weegt wel 9 kilogram! Erg lekker zit het niet, maar stevig is het wel. Een dik onderharnas van leer of dikke stof zou het misschien een beetje kunnen opvangen.
De tunica is het kledingstuk dat de Romeinse mannen over hun bovenlijf en bovenbenen dragen. We weten niet zeker wat voor kleur de tunica van een Romeinse soldaat had. Misschien droegen ze meestal vaalwit en gingen ze rood dragen als het oorlog was, om indruk te maken op de vijand. Maar misschien mocht je wel gewoon zelf kiezen. En let op! Voor een kleur moest de kleding geverfd worden, dus dat was duurder dan wit.
De sandalen van een Romeinse soldaat komen tot de enkels, als een soort stevige laarzen. Er zijn ijzeren noppen aan de onderkant gespijkerd, zodat je lang kunt lopen zonder dat de lederen zool verslijt. Later gaan de soldaten ook steeds vaker dichte laarzen dragen. Dat is in koudere gebieden, zoals ons land, veel prettiger.
Klik op de vraagtekens en lees de informatie. 

Slide 11 - Tekstslide

Klik op de vraagtekens en lees de informatie. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de onderdelen van de uitrusting naar de juiste plek. 
tunica
helm
pilum
korte mantel
sandalen
schild
platenpantser

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer werd Gallië veroverd?
A
60 en 55 v. Chr.
B
58 en 50 v. Chr.
C
20 en 25 n. Chr.
D
47 en 40 v. Chr.

Slide 16 - Quizvraag

Wat maakte Caesar als generaal zo populair?

Slide 17 - Open vraag

4

Slide 18 - Video

00:54
De legeraanvoerder gebruikt zijn fluit. Waarom doet hij dit? Wat wil hij dat de soldaten doen?

Slide 19 - Open vraag

01:27
De soldaat Pullo stapt uit de formatie en valt aan. Denk jij dat dit gedrag beloont of bestraft wordt?

Slide 20 - Open vraag

02:19
Soldaat Pullo wordt nu afgestraft met zweepslagen. Dit moet door Justitia. Wie denk je dat Justitia is?

Slide 21 - Open vraag

04:30
Waarom is Pullo nu teleurgesteld?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide