Brandaan thema 2, les 2 vechten met de romeinen
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
De Germanen bestonden uit heel veel stammen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De Germanen woonden al in Nederland voor de Romeinen kwamen.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie zijn de Germanen?
A
Fransen, Engelsen en Duitsers
B
Vrienden van de Romeinen
C
De Germanen zijn allemaal dezelfde mensen.
D
Bataven, Cananefaten, Friezen en Tubanten
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat bouwden de Romeinen langs de grenzen van hun rijk om ze te beschermen tegen vijanden?
A
Lemen hutten
B
Muren
C
Douaneposten
D
Legerkampen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat kozen de Romeinen vaak als grens?
A
Een weg
B
Een woestijn, bergen of een rivier
C
Zelfgebouwde forten
D
Een stenen muur
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bergen, woestijn of een rivier dus als grens.
Wat hebben we in Nederland dat als grens kon werken voor de Romeinen?
Wat hebben we in Nederland dat als grens kon werken voor de Romeinen?
A
bergen
B
woestijn
C
rivieren
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de juiste woorden over de Romeinse soldaat naar het juiste nummer
wollen hemd
speer
harnas
sandalen
helm
schild
korte mantel
Slide 13 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Het leger van de Romeinen was goed georganiseerd:
- De soldaten hadden goede wapens: een kort zwaard of een dolk om mee te steken en een speer om te
gooien. Ze hadden ook bescherming: een harnas en een groot schild.
- De soldaten kregen soldij (salaris).
- Als de soldaten niet hoefden te vechten dan oefenden ze, daarom waren ze goed getraind voor
gevechten.
- De soldaten werden aangestuurd door generaals. Deze hadden een hogere rang in het leger.
- De Romeinen bouwden forten om de grenzen te beschermen. De forten hadden meestal dezelfde opzet.
Als de soldaten van het ene naar het andere fort verhuisden wisten ze er meteen de weg.
- Wanneer de Romeinen nieuw land veroverden lijfden ze soldaten in uit de legers die ze verslagen hadden.
Deze hulptroepen waren heel handig omdat ze het gebied goed kenden.
- De Romeinen hadden een truc om ongedeerd heel dicht bij de vijand te komen. Ze gingen in een groep
heel dicht bij elkaar staan in een vierkant. Ze beschermden zich met hun schilden. Deze formatie heet de
testudo, ook wel de schildpadformatie.
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zie je op dit plaatje?
A
krokodilformatie
B
slangenformatie
C
schildpadformatie
D
kikkerformatie
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor soort stam waren de Bataven?
A
Bataven waren Romeinen en leefden als jagers en verzamelaars.
B
Bataven waren Germanen en leefden als boeren.
C
Bataven waren Germanen en leefden als jagers en verzamelaars.
D
Bataven waren Romeinen en leefden als boeren.
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heette het volk met heel veel stammen dat tegen de Romeinen vocht?
A
Bataven
B
Amerikanen
C
Germanen
D
Fransen
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tot hoever kwamen de Romeinen in Nederland?
A
De Maas
B
De Rijn
C
Lauwersoog
D
Friesland
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe bewaakten de Romeinen de grenzen?
A
Met knotsen en speren
B
Niet
C
Met forten en strenge bewaking
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Na een tijdje moesten de Romeinen en de Germanen wel met elkaar gaan leven. Niemand was van plan om te vertrekken.
Sommige Germanen gingen in het Romeinse leger. Daar was het leven vaak beter. Ze leerden hoe ze huis moesten bouwen, en lezen en schrijven. Na 25 jaar in het leger, mocht hij een Romein worden. Dan mochten ze in een romeins huis wonen en Romeinse kleding dragen. Romeinen vonden het fijn als er Germanen in hun leger kwamen. Want de Germanen konden heel goed paarrijden en vechten tegelijk. Dat konden de Romeinen niet.
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
