trappen van vergelijking (bij TCA2 thema 2.2)

Trappen van vergelijking.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende trappen van vergelijking herkennen en benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Beschrijf de vazen op deze foto.
het grootst
groter
groot

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De gewone trappen van vergelijking
duur - duurder - het duurst
oud - ouder - het oudst

De bijzondere trappen van vergelijking
goed - beter - best
graag - liever - liefst
veel - meer - meest 
weinig - minder - minst

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijkende trap

liever
kwader

beter
minder
Overtreffende trap

het liefst
het kwaadst

het best
het minst
Stellende trap

lief
kwaad

goed
weinig

Slide 6 - Tekstslide


De overtreffende trap van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst

Slide 7 - Quizvraag


De stellende trap van geel is
A
geel
B
geler
C
geelst

Slide 8 - Quizvraag


De vergrotende trap van lang is
A
lang
B
langer
C
langst

Slide 9 - Quizvraag


De vergrotende trap van goed is
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 10 - Quizvraag


De overtreffende trap van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 11 - Quizvraag


De stellende trap van veel is
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 12 - Quizvraag

Typ zoveel mogelijk woorden in de stellende trap. (bijvoorbeeld: lief)

Slide 13 - Open vraag

Typ zoveel mogelijk woorden in de overtreffende trap.
(bijvoorbeeld: het liefst)

Slide 14 - Open vraag

Typ zoveel mogelijk woorden in de vergrotende trap. (bijvoorbeeld: liever)

Slide 15 - Open vraag

Ik denk dat ik nu weet hoe het zit met de stellende, de vergrotende en de overtreffende trap.

Slide 16 - Poll

Aan de slag!
Zelfstandig: maken in je boek: 2.2  nr 14, 15, 16, 17
In tweetallen: 18, 19, 20
Zelfstandig: maken online 2.2

Slide 17 - Tekstslide