Spelling algemeen - les 5.8 bijvoegelijk naamwoord

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

op tafel: IPad + leesboek

  • leesboek ( 5 min.)
  • Lessonup - herhalen bijvoeglijk naamwoord (10 min.)
  • Lessonup - uitleg  (5 min.)
  • Werkboek B - opdrachten maken (5 min.)
  • keuze-opdracht ( 15 min.)
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les
Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Voltooid bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
Mooi
B
Scherp
C
Goud
D
Lelijk

Slide 5 - Quizvraag

Hoe schrijf ik het bijvoeglijk naamwoord?
Het ....... huis (mooi)

Slide 6 - Open vraag

Hoe schrijf ik het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
De ......... stoel (hout)

Slide 7 - Open vraag

5.8 spelling
Lesdoel:

Trappen van vergelijking

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijkende trap

liever
kwader

beter
minder
Overtreffende trap

het liefst
het kwaadst

het best
het minst
Stellende trap

lief
kwaad

goed
weinig

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de overtreffende trap van:
Slecht
A
Meer slecht, slechts
B
Slechter, slechts
C
Slechter, slechts, aller slechts
D
Slechter, slechts, aller slechts, aller aller slechts

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de overtreffende trap van:
Mooi, ......, .......

Slide 13 - Open vraag

Wat is de overtreffende trap van:
Groot, ......, .......

Slide 14 - Open vraag

Wat is de overtreffende trap van:
Goed, ......, .......

Slide 15 - Open vraag

Wat is de overtreffende trap van:
Veel, ......, .......

Slide 16 - Open vraag

Als en dan
Als en dan hebben veel met de trappen van vergelijking te maken

Er zijn regels voor de woorden als en dan bij de trappen van vergelijking


Slide 17 - Tekstslide

als en dan
  • leuker dan


  • net zo leuk als 

Slide 18 - Tekstslide

leuker .................
A
als
B
dan

Slide 19 - Quizvraag

groter .................
A
als
B
dan

Slide 20 - Quizvraag

Heb jij net zoveel ............ ik.
A
als
B
dan

Slide 21 - Quizvraag

Zij weet meer ............ ik.
A
als
B
dan

Slide 22 - Quizvraag

Maken: spelling les 5.8 -  opd. 14 t/m 19
                                                                       
                                                                 
timer
2:30
Klaar? 

  • Leesboek
  • ander huiswerk
  • Cody Cross
  • Keuze-opdracht

Slide 23 - Tekstslide

Een ________________ (verbreed) straat is
veiliger _____________ een ______ (smal) straatje.


Slide 24 - Open vraag