2.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen vandaag?

• Leerdoelen
• Uitleg lenen H2.3
• Oefenopdracht
• Zelfstandig werken
• Leerdoelencheck  

In deze paragraaf leer je

• Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen;
• Hoe een bank geld uitleent;
• Op welke manier je de kosten van een lening berekent;
• Hoe je een percentage berekent. 

Hebben jullie weleens iets geleend?

Moest je er nog iets voor krijgen? Wat gebeurde er dan?

Rente

Rente = vergoeding % van bedrag

Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.

Als je geld van een bank leent, betaal je rente.

Lenen

= geld van de bank gebruiken, dit moet je later met een vast maandtermijn terugbetalen met rente

Lenen bij de bank

Stel iemand leent €15.000 van de bank. Hij moet 5% rente betalen over het geleende bedrag. Dat is €750.

De bank wilt per maand een deel van die lening terug hebben. Dit noem je het maandtermijn.

Uiteindelijk moet deze persoon €15.000 + €750 terugbetalen. Die €15.000 is de aflossing en die €750 is de rente.

Waarom zou je lenen

Je wilt iets duurs hebben, maar nog niet genoeg geld.

Je hebt onverwacht dringend geld nodig, bijv. reparatie

Van bedrag naar %

We hebben het gehad over hoe je een korting uitrekent in €. Maar nu hoe je de korting in % uitrekent.

Daar gebruiken wij de formule voor:

• deel ÷ geheel x 100

deel ÷ geheel x 100

deel = kleine getal 

geheel = het totaal

Een broek kost €65 euro. Je krijgt €15 korting. Hoeveel procent korting krijg je?

Wat is het totaal? Wat is het kleine getal?

deel ÷ geheel x 100

Deel het kleine getal door het totaal.

• 250 van 500
  
  
• 15 van 300
  
  
• 34,45 van 60

Nu mogen jullie

Wat? Opdracht 1 t/m 17 van 2.3 (blz. 54)

Hoe? Je mag zachtjes overleggen, niet roepen

Wanneer? Woensdag gaan we hiermee verder

Klaar? Laat het mij zien.

Morgen gaan we nog verder met de opdrachten.

Wat gaan we doen vandaag?

• Korte herhaling vorige les
• Oefenopdracht (5min)
• Zelfstandig werken (20min)
• Spel
• Filmpje

deel ÷ geheel x 100

deel = kleine getal 

geheel = het totaal

Een broek kost €65 euro. Je krijgt €15 korting. Hoeveel procent korting krijg je?

Wat is het totaal? Wat is het kleine getal?

Nu mogen jullie

Wat? Opdracht 1 t/m 17 van 2.3 (blz. 54)

Hoe? Je mag overleggen, denk wel aan je werkhouding

Wanneer? huiswerk 16 oktober 
Klaar? Laat het mij zien. Dan mag je iets voor jezelf doen

Wat wil je later worden?

Ik haat school(ik vind het niet leuk)

1. Eens
2. Oneens

Dit weet niemand over mij, grappig of leuk feitje over jezelf

Wat zou je doen als je geen school hoefde te volgen, maar wel iets moest leren?

Wat is mijn hobby?

Als je school zou moeten beschrijven met een meme, welke meme zou dat dan zijn?

Als je een eigen bedrijf mocht starten, wat zou je dan doen?

Dit wil ik nog delen