Er zijn heel veel verschillende soorten gesprekken. Denk maar eens aan de gesprekken die je op school, op je stage/werk en thuis voert.
Bedenk voor jezelf welke verschillende soorten gesprekken je al kent.
1. Welke soorten gesprekken ken je al?
Slide 14 - Woordweb
4. Wat houdt een actieve gesprekshouding volgens jou in?
Slide 15 - Open vraag
5. Welke gespreksregels ken je? Schrijf er drie op.
Slide 16 - Open vraag
Gespreksdoelen
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Lees de situatie.
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide
Je hebt een interessante vacature gezien. Voordat je je sollicitatiebrief schrijft, wil je nog aanvullende informatie over de functie en het bedrijf. Daarom bel je met het bedrijf waar je wilt solliciteren.
Slide 22 - Tekstslide
1. Wat is je gespreksdoel? 2. Wie is je gesprekspartner?
Slide 23 - Open vraag
3. Is je taalgebruik formeel of informeel? 4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?
Slide 24 - Open vraag
Lees de situatie.
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide
Op het station vraagt een oudere dame of je haar wilt uitleggen hoe ze het saldo op haar ov-kaart kan opwaarderen bij een automaat.
Slide 25 - Tekstslide
1. Wat is je gespreksdoel? 2. Wie is je gesprekspartner?
Slide 26 - Open vraag
3. Is je taalgebruik formeel of informeel? 4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?