Het inwendige milieu van de mens

Het inwendige milieu van de mens
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Het inwendige milieu van de mens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je beschrijven hoe het inwendige milieu van de mens constant wordt gehouden en de functies van de lever noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les.
Wat weet je al over het handhaven van een constant inwendig milieu in het menselijk lichaam?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het inwendige milieu?
Het inwendige milieu van de mens bestaat uit weefselvloeistof en bloedplasma en wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat het inwendige milieu is en hoe het constant wordt gehouden.
Opname van stoffen
Een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen door regelmatig stoffen op te nemen uit het uitwendige milieu via het darmkanaal en de longen.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf hoe het lichaam stoffen opneemt.
Opslag van stoffen
Stoffen waarvan een teveel aanwezig is worden opgeslagen in bepaalde organen, zoals de lever, spieren, huid en beenmerg.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waar overtollige stoffen worden opgeslagen.
Uitscheiding van stoffen
Overtollige en/of schadelijke stoffen worden uit het lichaam verwijderd via de nieren, de lever en de longen.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf hoe het lichaam stoffen uitscheidt.
Functies van de lever
De lever heeft verschillende functies, zoals het constant houden van het glucosegehalte van het bloed, het bewerken van voedingsstoffen, het produceren van gal en het afbreken van afval- en gifstoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de functies van de lever en geef voorbeelden.
Opname en opslag van glucose
Bij een hoog glucosegehalte van het bloed, zet de lever glucose om in glycogeen dat wordt opgeslagen in de lever. Bij een laag glucosegehalte van het bloed, zet de lever glycogeen om in glucose, die wordt opgenomen in het bloed.

Slide 9 - Tekstslide

Leg de opname en opslag van glucose uit.
Bewerken van voedingsstoffen
De lever kan eiwitten bewerken en bijvoorbeeld fibrinogeen vormen.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf hoe de lever voedingsstoffen kan bewerken.
Galproductie
De lever produceert gal, dat vet emulgeert.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat gal is en waarvoor het wordt gebruikt.
Afbraak van afval- en gifstoffen
De lever breekt overtollige eiwitten af tot ureum en breekt dode rode bloedcellen af tot galkleurstoffen.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit hoe de lever afval- en gifstoffen afbreekt.
Hepatitis
Hepatitis is een ontsteking van de lever die kan worden veroorzaakt door een virus, alcohol of drugs.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf wat hepatitis is en geef mogelijke oorzaken.
Quiz
Test je kennis met deze quiz!

Slide 14 - Tekstslide

Voeg een interactief element toe, zoals een Kahoot-quiz.
Samenvatting
Het inwendige milieu van de mens wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen. De lever heeft belangrijke functies bij het handhaven van het inwendige milieu.

Slide 15 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Vragen
Heb je nog vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Geef studenten de mogelijkheid om vragen te stellen.
Evaluatie
Vul de evaluatie in om feedback te geven over deze les.

Slide 17 - Tekstslide

Voeg een evaluatieformulier toe om feedback te verzamelen.
Einde
Bedankt voor het volgen van deze les!

Slide 18 - Tekstslide

Rond de les af en geef eventuele huiswerkopdrachten.

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.