K3A, Monday 29/3

Welcome

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Welcome!
Go to lessonup.app and log in using this code 

Slide 2 - Tekstslide

Today: What are we going to do?
  • Previous lesson
  • Homeworkcheck
  • Goals of today
  • Homework
  • Evaluation

Slide 3 - Tekstslide

Previous lesson:
  • The previous lesson we talked about bijwoorden = adverbs
  • And we made some exercises

Slide 4 - Tekstslide

Homework:
Leren Textbook blz: 100 (woorden 1)

Maken: 3, 4, 5, 6, 7, 8 & 10.

Slide 5 - Tekstslide

Goals of today:
Unit 6: Behind the scenes

  • Reading
  • Do exercises: 12, 14, 15 & 18
  • Explanation Grammar -> adverbs / bijwoorden
  •  #Ik weet wat BIJWOORDEN zijn en ik kan deze toepassen bij de opdrachen!

Slide 6 - Tekstslide

6.2 Unexpected (Reading & Grammar)
Opdracht 11 – Warming up, Next slide word web

Slide 7 - Tekstslide

In deze lesson lees je onder andere enkele gedichten. Er zijn gedichten over allerlei onderwerpen. Vul in welke onderwerpen je het meest aanspreken.
familie / liefde / natuur / vriendschap / ziek zijn / geloof / muziek / uiterlijk / dieren / school

Slide 8 - Woordweb

Opdracht 12 – Have a look
Bekijk de tekst en beantwoord de vragen.
  

  1. Wat voor tekst is tekst 1?
  2. Waar zou je deze tekst kunnen tegenkomen?
  3. Wat verwacht je van de familie Haywood als je de foto bij de tekst bekijkt?




Slide 9 - Tekstslide

Maak nu opdracht: 14, 15 & 18
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Grammar: adverbs of manner
  • adverb = bijwoord
  • zegt iets over het werkwoord in de zin
  • staat achter het werkwoord
  • The tortoise is walking slowly.

Slide 11 - Tekstslide

What is an adverb?
Een 'adverb' (bijwoord) is een omschrijvend woord dat iets zegt over een 'verb'(werkwoord)  

bijvoorbeeld: I  can sing beautifully

Slide 12 - Tekstslide

Recap Grammar: adverbs of manner
  • adverb = bijwoord
  • zegt iets over het werkwoord in de zin

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maak je een adverb?
  • door +ly te plakken
For example:

That music is loud --> He is talking loudly
Please be quiet. -->    and whisper quietly

Slide 14 - Tekstslide

Ofcourse, there are exceptions:
  • woord eindigt op -le  ->   -ly            terrible -> terribly  

  • woord eindigt op medekl.+y    ->    -ily   easy -> easily  

  • woord eindigt op -ic -> -ically   fantastic -> fantastically 

Slide 15 - Tekstslide

Grammar: adverbs of manner
uitzonderingen:
als een woord eindigt op medeklinker + -y
happy > happily
als een woord eindigt op een -l
careful > carefully
een aantal woorden veranderen volledig of blijven hetzelfde
*see next slide*

Slide 16 - Tekstslide

And some more exceptions:
Goed :        good – goodly    well 
hard :          hard – hardly     hard 
Snel :          fast – fastly        fast 
laag :          low– lowly          low 
lang :          long – longly      long

Slide 17 - Tekstslide

Grammar: adverbs of manner
uitzonderingen:
hard
hard
fast
fast
early
early
good
well
straight
straight

Slide 18 - Tekstslide

Recap
adverbs zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden

Slide 19 - Quizvraag

What does an adverb do?
A
Zegt iets over een werkwoord
B
Zegt iets over de persoon
C
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
D
Zegt iets over de tijd

Slide 20 - Quizvraag

Bijwoorden (adverbs) zeggen dus iets over de manier waarop iets gebeurt.
Deze woorden eindigen meestal op;
A
-ship
B
-ness
C
-ly
D
-ty

Slide 21 - Quizvraag

Let's do a quiz!

Slide 22 - Tekstslide

He __ (slow) got out of bed.
A
slow
B
slowly
C
slowlily
D
slowely

Slide 23 - Quizvraag

He ___ (angry) opened his laptop.
A
angrily
B
angryly
C
angry
D
angrely

Slide 24 - Quizvraag

She speaks English very ___ (good)
A
good
B
goodly
C
well
D
welly

Slide 25 - Quizvraag

Did you understand this?
A
No, not at all
B
Maybe
C
I think so
D
Yes, definitely!!

Slide 26 - Quizvraag

Snap je het al een beetje? Goed bezig!

Slide 27 - Tekstslide

Homework:
Adverbs / bijwoorden:
Exercises: 13 & 20

Poems:
16, 17, 19, 20

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide