20.1 planten veredelen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Welke enzymen zijn nodig om een transgeen gen in te kunnen brengen?
A
restrictie-enzymen en ligase
B
restrictie-enzymen en DNA-polymerase
C
DNA-polymerase en ligase
D
restrictie-enzymen en RNA-polymerase

Slide 5 - Quizvraag

welke stelling klopt?
A
tetraploïd is 4n, haploïd is 2n
B
tetraploïd is 3n, haploïd is 2n
C
tetraploïd is 4n, haploïd is n

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Geef van iedere bewering aan of deze juist of onjuist is.
Juist
Onjuist
Bij gentherapie probeer je een patiënt beter te maken door het DNA te veranderen.
Bij ongeslachtelijke voortplanting kun je bijvoorbeeld met een penseel stuifmeel van een meeldraad op de stamper brengen
Een markergen wordt bijvoorbeeld ingezet voor selectie voor weefselkweek
Een genetisch gemodificeerd organisme is hetzelfde als een transgeen organisme.
Een transgeen voedingsgewas kan nieuwe voedingsstoffen maken.

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide