Les 5: Een zakelijke e-mail versturen

Inleiding tot 
Een zakelijke e-mail versturen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inleiding tot 
Een zakelijke e-mail versturen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
  • Een zakelijke e-mail opstellen
  • Een zakelijke e-mail versturen naar meerdere personen
  • De mail correct beginnen
  • De mail correct afsluiten
  • Een bijlage toevoegen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het opstellen en versturen van een e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In welke gevallen is een e-mail een heel goed communicatiemiddel?

Slide 4 - Woordweb

  • Bij het maken van een afspraak
  • Een eenvoudige vraag stellen
  • Een afspraak bevestigen
  • Bestand, presentatie,... versturen
  • Iemand die je moeilijk kan bereiken
  • Aan verschillende mensen eenzelfde mededeling doen
Geadresseerde
Personen aan wie je de e-mail wil bezorgen.
Bijlage
Hier kan je een bestand (Word document, foto, presentatie,...) toevoegen aan de e-mail.
Onderwerp
Schrijf hier kort en bondig waarover de e-mail gaat.
Tekstvak
Hier komt de tekst van jouw e-mail. Gebruik een aanspreking, verdeel de tekst over aliea's en sluit beleefd af.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de mail schrijft
B
Degene die de mail schrijft

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat voor kopie of carbon copy
Blind carbon copy
Waarover gaat je mail?
Na het opstellen kan je je bericht versturen

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Typ je alle contacten in het bcc-veld, dan ziet de ontvanger alleen zijn eigen adres.
Juist of Fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik "cc" altijd voor mensen van wie je een actie of een antwoord verwacht.

Juist of Fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een correcte aanspreking?
A
Hey,
B
Beste meneer Claessens,
C
Geachte meneer Van Steenwinkel,
D
Yowkes

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de tekst gebruik je geen alinea's.
A
Waar. Je schrijft de tekst aan elkaar
B
Niet waar. Je gebruikt minimaal 3 alinea's.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Emoji's en afkortingen kunnen gebruikt worden in een formele e-mail.
A
Waar
B
Niet waar
C
Misschien
D
Soms waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het schrijven van een formele e-mail is het belangrijk om de juiste aanhef te gebruiken.
A
Niet waar
B
Soms waar
C
Niet altijd
D
Waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een formele e-mail bevat vaak informele taalgebruik.
A
Waar
B
Hangt af
C
Niet waar
D
Soms waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bijlage

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijlage

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijlage

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijlage

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijlage

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Je hebt geleerd hoe je een e-mail moet opstellen met een correcte aanspreking en afsluiting. 
  • Aan de e-mail kan je een bijlage toevoegen.
  • Je kan geadresseerden toevoegen op drie verschillende manieren. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor je bericht
  • Is je mail de beste optie voor je boodschap?
  • Denk goed na over het doel van je mail + de kernboodschap
  • Wees altijd kort en krachtig
                                - Zo kort mogelijk
                                - Werk met blokjes, bullets,...
                                - Gebruik een duidelijke opmaak (vet, schuin,...) 
  • Lees je mail ook vanuit het oogpunt van je lezer

Slide 26 - Tekstslide


Denk goed na vóór je een mail stuurt naar je ontvanger of je niet beter je vraag mondeling stelt, via telefoon of via een afspraak.
Gebruik geen mails bij slecht nieuws of meningsverschillen, vragen waar je snel een antwoord wil of heel veel vragen hebt.

Verplaats je in de ontvanger. Spreekt hij/zij dezelfde taal. Kan je mail anders geïnterpreteerd worden? Check zeker hoe het overkomt!

Leuke weetjes
  • Werknemers  verknoeien 320 uren (8 weken) aan inefficiënt mailen
  • De beste emailers weten precies wat ze willen vragen of doorgeven
  • Sleutel tot succes = korte en krachtige teksten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Een goed voorbeeld
B
Een slecht voorbeeld

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies