Een zakelijke e-mail versturen

Inleiding tot 
Een e-mail versturen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inleiding tot 
Een e-mail versturen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Correcte aanspreking gebruiken
  • Een zakelijke e-mail opstellen
  • Correct afsluiten
  • Een afbeelding zoeken
  • Een bijlage toevoegen
  • Bijlage correcte naam geven

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het opstellen en versturen van een e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Geadresseerde
Personen aan wie je de e-mail wil bezorgen.
Bijlage
Hier kan je een bestand (Word document, foto, presentatie,...) toevoegen aan de e-mail.
Onderwerp
Schrijf hier kort en bondig waarover de e-mail gaat.
Tekstvak
Hier komt de tekst van jouw e-mail. Gebruik een aanspreking, verdeel de tekst over aliea's en sluit beleefd af.

Slide 4 - Tekstslide

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de mail schrijft
B
Degene die de mail schrijft

Slide 5 - Quizvraag

Staat voor kopie of carbon copy
Blind carbon copy
Waarover gaat je mail?
Na het opstellen kan je je bericht versturen

Slide 6 - Sleepvraag

Typ je alle contacten in het bcc-veld, dan ziet de ontvanger alleen zijn eigen adres.
Juist of Fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Gebruik "cc" altijd voor mensen van wie je een actie of een antwoord verwacht.

Juist of Fout?
A
Juist
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een correcte aanspreking?
A
Hey,
B
Beste meneer Claessens,
C
Geachte meneer Van Steenwinkel,
D
Yowkes

Slide 9 - Quizvraag

In de tekst gebruik je geen alinea's.
A
Waar. Je schrijft de tekst aan elkaar
B
Niet waar. Je gebruikt minimaal 3 alinea's.

Slide 10 - Quizvraag

Tekst in e-mail

Slide 11 - Tekstslide

Tekst in e-mail

Slide 12 - Tekstslide

Bijlage

Slide 13 - Tekstslide

Bijlage

Slide 14 - Tekstslide

Bijlage

Slide 15 - Tekstslide

Bijlage

Slide 16 - Tekstslide

Bijlage

Slide 17 - Tekstslide