Les 3A - Democratie in Nederland

§ 5.2
Democratie in Nederland 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§ 5.2
Democratie in Nederland 

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg politieke situatie in NL

Verder aan 'Vers van de Pers'




  • hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
     
  • Welke invloed de liberalen hadden
     
  • Wat veranderde door de grondwet van 1848
     
  • hoe kiesrecht werd uitgebreid 

Slide 2 - Tekstslide

De taakverdeling in mijn groepje is eerlijk verdeeld
eens
oneens

Slide 3 - Poll

Ik doe (iets) meer dan de rest van mijn groepje
eens
oneens

Slide 4 - Poll

Ik maak mij zorgen over het op tijd afmaken van de groepsopdracht
eens
oneens

Slide 5 - Poll

Democratie in Nederland 
Situatie 19e eeuw: 
Sinds 1815: Koninkrijk 
Willem I (zoon stadhouder Willem V) 

Kenmerken:
Vorst veel macht
Burgers en bestuurders weinig inspraak

Slide 6 - Tekstslide

Het doel van een propagandaposter
Het doel van propaganda is zoveel mogelijk mensen achter een bepaald standpunt te krijgen, zonder dat je daarbij let op de volledige waarheid.
Het doel van propaganda is zoveel mogelijk mensen achter een bepaald standpunt te krijgen, zonder dat je daarbij let op de volledige waarheid.
  • Vaak overdreven boodschap
  •  Een gezamenlijke vijand
  • Symbolen en tekst gebruikt
Propaganda

Slide 7 - Tekstslide

Hoe doet een propagandaposter dat?
Er zijn verschillende technieken die propagandamakers daarvoor gebruiken.



  1. Jezelf beter en groter voorstellen dan je eigenlijk bent.
  2. De ander (je tegenstander) slechter maken dan die misschien is.
  3. Mensen angst aanpraten.
  4. Mensen aanspreken via het groepsgevoel.
  5. Als iedereen iets vindt, waarom zou ik dan niet meedoen?
  6. Mensen aanspreken via een deugd (wat goed is) of een ideaal (wat je graag wilt).
  1. Er zijn verschillende technieken die propagandamakers daarvoor gebruiken.
  2. Jezelf beter en groter voorstellen dan je eigenlijk bent.
  3. De ander (je tegenstander) slechter maken dan die misschien is.
  4. Mensen angst aanpraten.
  5. Mensen aanspreken via het groepsgevoel.
  6. Als iedereen iets vindt, waarom zou ik dan niet meedoen?
  7. Mensen aanspreken via een deugd (wat goed is) of een ideaal (wat je graag wilt).

Hoe doet een propagandaposter dat?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Week 3

Stap 1: Check of alle taken bij week 1&2 af zijn 
Stap 2: Open je Google Doc
Stap 3: Maken taak week 3:
(zie Praktische opdracht ‘vers van de pers’ in itslearning!) 
Let op!
Je schrijft de krant in de tijd van de 19e eeuw = > alsof je er bij was! 
Let ook op de prijzen, jaartallen, etc.
  • Maak een propagandaposter* gericht tegen Willem II die past bij de volksopstanden van de jaren 1840.
Zorg ervoor dat jouw poster goed de onvrede van het Nederlandse volk over de koning weergeeft, en indien mogelijk ook jouw stroming hierin laat terugkeren.
  • Interview met Thorbecke
Schrijf een interview met Thorbecke over zijn taak om een nieuwe grondwet op te gaan stellen voor Nederland 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video