*Begrijpend lezen par 2, vwo 2

Begrijpend lezen paragraaf 2 
Deelonderwerpen

Tekstverbanden en signaalwoorden 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen paragraaf 2 
Deelonderwerpen

Tekstverbanden en signaalwoorden 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze lessenserie kun je: 
- tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
- chronologische, concluderende, opsommende, samenvattende, tegenstellende en toelichtende verbanden herkennen in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Deelonderwerpen
Plak de kopie van de uitgedeelde theorie in je schrift. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom zou een schrijver gebruik maken van verbanden en signaalwoorden binnen een tekst?

Slide 4 - Open vraag

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik signaalwoorden en verbanden
Als je tekstverband aanbrengt, zorg je voor samenhang in een tekst. Voor logica in de volgorde van de ene zin naar de andere en de ene alinea naar de andere. Zo begrijpen lezers sneller waar de tekst over gaat. Je brengt het verband dus aan tussen zinnen en tussen alinea’s. Meestal worden de verbanden aangegeven door signaalwoorden. 

Slide 6 - Tekstslide

Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 7 - Tekstslide

Jan gaat binnenkort werken want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 8 - Tekstslide

Populairste sport in de VS

Honkbal is voor Amerika volkssport nummer één. 
Het is een typisch Amerikaanse uitvinding. Het spel is geïnspireerd op slagsporten. Het Engelse cricket is een slagsport. De spelregels werden in 1845 bedacht door de Amerikaan Alexander Cartwright. Hij speelde het spel met collega's van de vrijwillige brandweer. De sport werd een rage. De eerste officiële wedstrijd werd gespeeld. 

Slide 9 - Tekstslide

Populairste sport in de VS

Honkbal is voor Amerika volkssport nummer één. 
Dat komt doordat het een typisch Amerikaanse uitvinding is. Het spel is geïnspireerd op slagsporten, zoals het Engelse cricket. De spelregels werden in 1845 bedacht door de Amerikaan Alexander Cartwright. Hij speelde het spel met collega's van de vrijwillige brandweer, maar al snel werd de sport een rage.  Een jaar na de uitvinding werd de eerste officiële wedstrijd gespeeld. 

Slide 10 - Tekstslide

Snorkelen is mijn favoriete hobby, daarnaast houd ik van lezen.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
samenvattend verband

Slide 11 - Quizvraag

Snorkelen is mijn favoriete hobby, daarnaast houd ik van lezen.
Aan welk signaalwoord herken je het opsommende verband?

Slide 12 - Open vraag

In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 13 - Quizvraag

In het weekend heb ik een baantje, maar door de week heb ik daarvoor geen tijd.
Aan welk signaalwoord herken je het tegenstellende verband?

Slide 14 - Open vraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
concluderend verband
D
toelichtend tekstverband

Slide 15 - Quizvraag

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers.
Aan welk signaalwoord herken je het chronologische verband?

Slide 16 - Open vraag

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 17 - Quizvraag

De voetbalcompetitie is in jaren niet zo spannend geweest. Het is dit jaar bijvoorbeeld vaak voorgekomen dat een middenmoter bij een topclub punten kon weghalen.
Aan welk signaalwoord herken je het toelichtend verband?

Slide 18 - Open vraag

Chronologisch verband
Een chronologisch verband beschrijft de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
vroeger - later - nu - eerst - daarna - vervolgens - nadat - terwijl - dadelijk - intussen - binnenkort 
Jaartallen en data

Slide 19 - Tekstslide

Concluderend tekstverband
Bij een concluderend tekstverband trekt de auteur een conclusie uit informatie die eerder in de tekst is gegeven. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook 

Slide 20 - Tekstslide

Opsommend verband
In een opsommend verband worden zaken achter elkaar opgenoemd.

Bijbehorende signaalwoorden: 
ten eerste - ten tweede - om te beginnen - bovendien - ook (nog) - verder - tenslotte - en - niet alleen...(maar) ook
liggende streepjes - puntjes en getallen

Slide 21 - Tekstslide

Samenvattend verband
Bij een samenvattend verband geeft de auteur een verkorte weergave van de informatie uit de tekst. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 22 - Tekstslide

Tegenstellend verband
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd.

Bijbehorende signaalwoorden:
maar - tegenover - daarentegen - toch - echter - hoewel - ofschoon - ondanks dat - aan de ene kant...aan de andere kant

Slide 23 - Tekstslide

Toelichtend verband
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
bijvoorbeeld - zo - als - zoals - denk nou - neem nou 

Slide 24 - Tekstslide

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord ECHTER?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 25 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord ZOALS?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 26 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord BINNENKORT?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 27 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord BOVENDIEN?
A
chronologisch tekstverband
B
opsommend tekstverband
C
tegenstellend tekstverband
D
toelichtend tekstverband

Slide 28 - Quizvraag

Opdracht

LEERJAAR 1 ONLINE
MAken opdracht 1, 2 en 3


Slide 29 - Tekstslide