Hoe zie je DCD terug in het onderwijs?
• Moeite met het aanleren van fijn motorische vaardigheden, zoals knippen, veters strikken, bestek gebruiken en schrijven;
• Moeite met het aanleren van grof motorische vaardigheden, zoals rennen, klimmen, fietsen, zwemmen en het doen van balsporten;
• Het hebben van leerproblemen en moeite hebben met plannen en organiseren;
• Sociaal-emotionele problematiek, zoals weinig zelfvertrouwen, faalangst, gepest worden en het hebben van een laag zelfbeeld;
• Moeite met persoonlijke verzorging, zoals het aan- en uitkleden (na gym kan een leerling dus wat later in de les komen);
• Moeite met het vertellen van een verhaal; het kind springt van de ‘hak op de tak’.