Les 5, periode 6

TRAININGSKUNDE
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 6
2023 - 2024
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
TrainingskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

TRAININGSKUNDE
Testen, meten en begeleiden


Leerjaar 2, Periode 6
2023 - 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MENU VAN DE DAG
Oefenen voor de toets!

Aan het einde van de les ben je bekend met ...:
... de toets en toetsvorm;
... op welke manieren evalueren ingezet kan worden als middel;
... het begrip betrouwbaarheidscoëfficiënt  (optioneel)



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE TOETS?
Herinnering: 

Volgende week, 30 januari - 09:00 - 10:00 uur.

Zal gaan over de begrippen validiteit en betrouwbaarheid.
Komen ook casussen in voor: gaat over verschillende testen; wanneer gebruik je welke test en waarom? (telkens uitleggen waarom jij iets vindt) 
Verder basale kennis: doping; welke manieren om beginsituatie vast te stellen; prestatiebepalende factoren; kenmerken van een trainer-coach ...!

Voorbeelden van testen deze periode: shuttelruntest; huidplooimeting; Eurofit-Test; FMS (Functional Movement Screen)


Stof komt uit: Sportleider als Trainer-Coach, hoofdstuk 6, 7 & 8. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXTRA TIJD?


Wie heeft recht op extra tijd?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOELEN VAN VANDAAG
Aan het einde van de les ben je bekend met ...:
... de toets en toetsvorm;
... op welke manieren evalueren ingezet kan worden als middel;
... het begrip betrouwbaarheidscoëfficiënt (optioneel)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


QUIZ

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We kennen twee soorten testen. Welke zijn dit?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sportanamnese kan gebruikt worden om de volgende informatie te verzamelen:
A
Naam, adres, woonplaats
B
Sporthistorie
C
De lichaamssamenstelling
D
Blessures en pijntjes

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een situatie waarin een trainer/coach een test of meting wilt uitvoeren

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor het kunnen schatten van de maximale hartslag?
A
(Leeftijd + 220)*0.9
B
220 - (0.9 * leeftijd)
C
220 - leeftijd +/- 10

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat test je eigenlijk met de Shuttle Run Test?
A
Schatting van uithoudingsvermogen
B
Schatting van de conditie
C
De maximale snelheid die je kunt rennen
D
Het wend- en keervermogen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding vraag 6
Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien en benadert daartoe op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum rechtstreeks een aantal respondenten met de vraag of zij zich hieraan weleens schuldig maken. De vraag leidt telkens tot hetzelfde antwoord: de overgrote meerderheid van de respondenten zegt dit niet te doen.

Slide 12 - Tekstslide

Je besluit om de woordenschat van Nederlandse kinderen met een migratieachtergrond te meten. 
Geef de onderzoeker een advies om de validiteit te vergroten!

Slide 13 - Open vraag

- anonieme antwoorden
- door met een camerabeeld te controleren wie wél en geen propjes gooit

Uitleg vraag 6
Validiteit gaat over ervoor dat je meet wat je wilt meten. Dat wil zeggen dat de onderzoekster wilt weten welke mensen rommel op straat gooien. Als mensen hier geen eerlijke antwoorden op geven, wordt de onderzoeksvraag niet beantwoord! 

Manieren om validiteit te vergroten:
  1. anoniem antwoord geven 
  2. Camera beelden checken!

Slide 14 - Tekstslide

Je hebt niet alle Nederlanders ondervraagd. De mensen die je hebt ongevraagd gaven aan vegetarisch te eten. Maar, omdat je niet het overgrote deel van de Nederlands hebt bevraagd, is je onderzoek niet valide. Het geeft namelijk niet antwoord op de vraag!
Wie nemen laboratoriumtesten af?
A
Trainers
B
Coaches
C
Artsen
D
Specialisten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een laboratoriumtest(en)?
A
Eurofittest
B
Spierbiopsie
C
HIV-Test
D
Shuttleruntest

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een trainer wilt graag weten hoe het is gesteld met de kracht van zijn sporters. Geef 2 voorbeelden van testen die hierbij passen.

Slide 17 - Woordweb

- Maximaal aantal push-ups in 1 minuut
- Maximaal aantal sit-ups in 1 minuut
- Verspringtest
- 1RM test
- Knijpkrachttest
- verticale sprongtest

Met betrouwbaarheid bedoelen we:
A
Dezelfde uitkomst bij herhaaldelijk testen
B
Je meet wat je wilt meten
C
Altijd dezelfde testafnemer hebben
D
Rekening houden met het individu

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef 1 reden waarom jij wél of niet voorstander bent voor het gebruik van doping. Leg je antwoord uit!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een trainer wilt met zijn sporters de shuttle run test afnemen. Geef 2 tips die de trainer kan gebruiken om de test meer betrouwbaar te maken!

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE
Telefoon heb je niet nodig!
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOELEN VAN VANDAAG
Aan het einde van de les ben je bekend met ...:
... de toets en toetsvorm;
... op welke manieren evalueren ingezet kan worden als middel;
... het begrip betrouwbaarheidscoëfficiënt (optioneel)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


THEORIE

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EVALUEREN
Een beginsituatie is geen gegeven die je eenmalig bepaald. Iedere les of training bouw je verder op je vorige les of training; deze vormt dan ook de nieuwe beginsituatie. Je haalt hier dus essentiële gegevens uit op!

Evalueren kan op meerdere niveaus:
  • Een wedstrijd- of trainingsevaluatie vanuit het perspectief van de trainer-coach;
  • Een wedstrijd- of trainingsevaluatie vanuit het perspectief van de sporter

Evalueren kan verschillende doelen hebben:
  • om te controleren of de verwachtte trainingseffecten werden gerealiseerd;
  • om het trainingsplan eventueel bij te stellen;
  • om te controleren hoe het trainingsproces is verlopen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CASUS
RECAP VAN VORIGE WEEK!

Je hebt als het goed is 10 vragen bedacht die jij als trainer-coach kan stellen aan jouw sporters om meer te weten te komen over hoe zij de wedstrijd van afgelopen zaterdag hebben ervaren!

(Bespreek het volgende met je buurpersoon!)
  • Welke vragen hebben je bedacht?!
  • Wat kan en wil jij met de informatie die jij van je sporters heb gekregen? (Wat is dus je vervolgstap!)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MENU VAN DE DAG
Aan het einde van de les ben je bekend met ...:
... de toets en toetsvorm;
... op welke manieren evalueren ingezet kan worden als middel;
... het begrip betrouwbaarheidscoëfficiënt (optioneel)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


THEORIE (2)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheidscoëfficiënt
Betrouwbaarheidscoëfficiënt is een term die erg veel gebruikt wordt in de wereld van statistiek.
In eigenlijk alle testen die wij hebben gedaan komt dit begrip voor. Omdat het vaak lastig is om zelf te bepalen of een test- of meetinstrument betrouwbaar is, is er bedacht om er een simpele waarde te bedenken, de betrouwbaarheidscoëfficiënt.

Getal tussen 0 & 1.
Hoe hoger, hoe betrouwbaarder de test / meetinstrument!
Over het algemeen geldt dat een test/meting pas betrouwbaar is bij een getal >0,7.

0 = totaal onbetrouwbaar; volledig toevallig dat dit de uitkomst is.
1 = totaal betrouwbaar; er is totaal geen toeval aan te pas!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BETROUWBAARHEID VERGROTEN?


Welke manieren kunnen wij met elkaar bedenken om de betrouwbaarheid te vergroten?

Slide 29 - Tekstslide

 Betrouwbaarheid tussen beoordelaars
(A = 0.7 wenselijk)

toets-hertoets
split-half-methoden
paralelle toetsvormmethode

En volgende week dan!?


TOETS!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies