T5 BS 4 Gaswisseling bij dieren

T5 Gaswisseling
BS4  Gaswisseling bij dieren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

T5 Gaswisseling
BS4  Gaswisseling bij dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt na deze les uitleggen hoe de gaswisseling bij dieren werkt en kun je de functie van longen, kieuwen en tracheeën benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
-instructievideo (5  minuten)
- quiz over BS 1, 2 en 4
- aan de slag met de huiswerkopdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Quizvragen

Slide 5 - Tekstslide

Wat adem je uit met het ademhalingsstelsel
A
Alleen koolstofdioxide
B
Alleen water
C
water en koolstofdioxide

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het kleinste onderdeel van het ademhalingsstelsel
A
Bronchiën
B
Luchtpijptak
C
Longblaasje
D
Neusholte

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van de trilhaartjes in het ademhalingsstelsel?
A
Binnestromende lucht keuren
B
Ingeademde stofdeeltjes tegen houden
C
Slijm produceren.
D
Slijm verplaatsen naar de keelholte.

Slide 8 - Quizvraag

Welke taak heeft het ademhalingsstelsel?
A
aansturen van organen en spieren
B
fijnmaken van voedsel tot voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
vervoeren van bloed

Slide 9 - Quizvraag

Het ademhalingsstelsel bestaat alleen uit de linker- en rechterlong.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is waar met betrekking tot het ademhalingsstelsel?
A
In de longblaasjes zitten trilharen die de luchtwegen zuiveren
B
De luchtpijp en het strottenhoofd bestaan uit kraakbeenringen
C
In inademingslucht zit meer koolstofdioxide dan in uitademingslucht
D
De uitwisseling van zuurstof en kooldioxide vindt plaats in de bronchiën

Slide 11 - Quizvraag

Welk onderdeel van het ademhalingsstelsel staat altijd open door kraakbeenringen?
A
Alleen de luchtpijp
B
De luchtpijp en de bronchiën
C
De luchtpijp, bronchiën en luchtpijptakjes
D
De bronchiën en luchtpijptakjes

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van het ademhalingsstelsel?
A
mondholte, strottenhoofd, bronchiën, neusholte
B
keelholte, luchtpijp, bronchiën en longblaasjes
C
neusholte, luchtpijp, longblaasjes, bronchiën, mondholte
D
neus- en mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën en longblaasjes

Slide 13 - Quizvraag

BS 4

Slide 14 - Tekstslide

In welk deel van het ademhalingsstelsel
zit GEEN slijmvlies?
A
Luchtpijp
B
Bronchie
C
Luchtpijptakje
D
Longblaasje

Slide 15 - Quizvraag

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 16 - Quizvraag

In het plaatje krijgen de longen een blauwe kleur.
Staat dit voor inademing of uitademing?
A
Inademing
B
Uitademing

Slide 17 - Quizvraag

Amber heeft de hik. Is dit een inademing of uitademing? Gaat haar middenrif omlaag of omhoog?
A
Inademing en haar middenrif gaat omlaag
B
Inademing en haar middenrif gaat omhoog
C
Uitademing en haar middenrif gaat omlaag
D
Uitademing en haar middenrif gaat omhoog

Slide 18 - Quizvraag

Patiënten met popcornlongen moeten vaak hoesten. Bij het hoesten
trekken de buikspieren zich krachtig samen.
Gaat het middenrif dan omhoog of omlaag? En heeft dit inademing of
uitademing tot gevolg?
1
2
3
A
Het middenrif gaat omhoog met inademing tot gevolg.
B
Het middenrif gaat omhoog met uitademing tot gevolg.
C
Het middenrif gaat omlaag met inademing tot gevolg.
D
Het middenrif gaat omlaag met uitademing tot gevolg.

Slide 19 - Quizvraag

Is hier spraken van inademing of uitademing kijkend naar de borstkas en middenrif?
A
Inademing
B
Uitademing

Slide 20 - Quizvraag

Bij een persoon beweegt het middenrif naar boven.
Wordt hierdoor de borstholte groter of kleiner? Zal de persoon inademen of uitademen?
A
Borstholte wordt groter en er vindt inademing plaats
B
Borstholte wordt groter en er vindt uitademing plaats
C
borstholte wordt kleiner en er vindt inademing plaats
D
borstholte wordt kleiner en er vindt uitademing plaats

Slide 21 - Quizvraag

Welke dieren gebruiken tracheeën voor gaswisseling
A
vogels
B
insecten
C
spinnen
D
eencelligen

Slide 22 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de huid en longen plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Welke dieren gebruiken tracheeën voor gaswisseling
A
vogels
B
insecten
C
reptielen
D
zoogdieren

Slide 24 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de longen en de huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Waar vindt bij eencellige dieren de gaswisseling plaats
A
in de celkern
B
in de vacuole
C
op het celmembraan
D
in de bladgroenkorrels

Slide 26 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wat wordt er uitgewisseld bij gaswisseling bij dieren?
A
Water en koolstofdioxide
B
Zuurstof en water
C
Koolstofmonoxide en zuurstof
D
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 28 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd

Slide 30 - Quizvraag

Hier een deel van het
ademhalingsstelsel
van een insect.
Hoe heet onderdeel P?
A
Kieuw
B
Snorkel
C
Stigma
D
Trachee

Slide 31 - Quizvraag