Gaswisseling herhaling

Herhaling thema Gaswisseling



4 mavo
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling thema Gaswisseling



4 mavo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan ik ...
  • de onderdelen van het ademhalingsstelsel van de mens benoemen
  • uitleggen hoe gaswisseling in verschillende organismen werkt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen naar het juiste onderdeel van het ademhalingsstelsel
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasje

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gaswisseling?
A
De omzetting van glucose in koolstofdioxide
B
De omzetting van zuurstof in glucose
C
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed
D
De uitwisseling van glucose en zuurstof met het bloed

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn:
− de bronchiën;
− de longblaasjes;
− de luchtpijp.

In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar binnen als je inademt?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Teken hoe gaswisseling werkt in de longblaasjes

Denk aan de opname van zuurstof en de uitscheiding van CO2
5 minuten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling

Slide 8 - Tekstslide

Lucht is via luchtpijp en bronchiën in longen gekomen, in longblaasjes
daar uitwisseling gassen met bloed
samenstelling ingeademde lucht: veel zuurstof
uitgeademde lucht: veel koolstofdioxide
Waarom gaat de gaswisseling in de longen snel?
A
Groot oppervlak van de longblaasjes
B
Dunne wand van de longblaasjes
C
Groot oppervlak van de longblaasjes en een dunne wand longblaasjes
D
Dunne wand longblaasjes en snel in en uit ademen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ingeademde en uitgeademde lucht

  1. Wat is het verschil in zuurstof?
  2. Wat is het verschil in CO2?
  3. Wat is het verschil in temperatuur?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een berg beklimmer die in de Alpen klimt ademt tijdens het sporten vaak koude lucht in, waardoor zijn luchtwegen worden geprikkeld.
Waarom heeft een bergbeklimmer meer last van de koude lucht dan een toeschouwer die rustig aan de kant staat te kijken? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.

Zet de stappen in de goede volgorde.

Uitademen met de borstademhaling gebeurt in vier stappen.

Zet de stappen in de goede volgorde.

1
2
3
4
5
6
7
8
De longen worden groter.
De borstholte wordt kleiner.
De borstholte wordt groter.
De ribben en het borstbeen bewegen omlaag.

De ribben en het borstbeen bewegen omhoog
De longen worden kleiner.
Lucht stroomt binnen.
Lucht stroomt naar buiten.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Borstademhaling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen van de buikademhaling in de goede volgorde. Begin met een inademing en eindig met een uitademing.

1
2
3
4
5
6
7
8
De longen worden groter.
De borstholte wordt kleiner.
De borstholte wordt groter.
Het middenrif beweegt omlaag. De buikwand gaat naar voren

Het middenrif beweegt omhoog. De buikwand gaat terug.

De longen worden kleiner.
Lucht stroomt binnen.
Lucht stroomt naar buiten.

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Buikademhaling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk verband bestaat er bij de mens tussen uitademing en beweging van het middenrif?



A
De lucht begint naar buiten te stromen; daardoor gaat het middenrif omhoog.
B
De lucht begint naar buiten te stromen; daardoor gaat het middenrif omlaag.
C
Het middenrif gaat omhoog; daardoor begint lucht naar buiten te stromen.
D
Het middenrif gaat omlaag; daardoor begint lucht naar buiten te stromen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een allergie voor stuifmeel?
A
Astma
B
Longemfyseem
C
COPD
D
Hooikoorts

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als iemand een astma-aanval krijgt?
A
de spiertjes van de luchtwegen trekken samen
B
de spiertjes van de luchtwegen ontspannen
C
de luchtpijp raakt verstopt
D
De longblaasjes raken verstopt

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt door roken astma veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van reacties zijn:
1 Henk zijn ogen gaan tranen als hij bij bloeiend gras in de buurt is.
2 Nico krijgt altijd huiduitslag als hij kiwi's eet.
3 Naomi wordt benauwd als zij zich erg inspant, bijvoorbeeld rennen tijdens de gym.

Wat zijn voorbeelden van allergische reacties?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke delen van de luchtwegen blijven deeltjes kleven die allergie veroorzaken?


A
Aan de longblaasjes.
B
Aan de slijmvliezen.
C
Aan de trilharen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Long-emfyseem
Chronische bronchitis
Gezonde longblaasjes
Gezonde luchtwegen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tracheeën
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  • Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. 
  • Deze openingen noemen we stigma's.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij bang is
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om de lucht in de tracheeën te verversen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe halen vissen adem?
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat nu?
Zelfstandig verder leren 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies