H3 Grammatica zinsdelen

Huiswerk op je tafel
timer
1:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk op je tafel
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik kan een zin in de juiste zinsdelen verdelen.
  • Ik weet wat een bijvoeglijke bepaling is. 
  • Ik kan de bijvoeglijke bepaling in een zin herkennen en benoemen. 
  • Ik kan de kern van een bijvoeglijke bepaling benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
H4 Spelling opdracht 1
H4 Werkwoordspelling opdracht 1 en 2

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen maken
  • Bepaal eerst de pv. 
  • Bepaal welke woorden samen voor de pv geplaatst kunnen worden. 
  • De zin moet nog steeds kloppen EN hetzelfde betekenen. 

De dictator blijkt voor strenge straffen op kritiek niet terug te deinzen. 

Slide 4 - Tekstslide

Zinsdelen
De dictator / blijkt / voor strenge straffen / op kritiek / niet / terug te deinzen. 


Maak zinsdelen van de zinnen op het werkblad, 7 min., zelfstandig in stilte. 
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdelen nakijken met je buur



  • Vergelijk jullie antwoorden en bespreek de verschillen. 
  • Overtuig elkaar van het juiste antwoord. 
  • Kom je er niet uit? Bewaar de vraag voor de centrale bespreking hierna. 
  • 4 min. overleggen. 
  • Daarna de vragen uit de klas klassikaal bespreken. 
  • Eerder klaar? Lees alvast de theorie van H3 Grammatica zinsdelen. 
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

H3 Zinsdelen

Bijvoeglijke bepaling

Slide 7 - Tekstslide

H3 Bijvoeglijke bepaling
  • Zegt iets over het ow en gezegde binnen een zin. 
  • Is onderdeel van een zinsdeel OF staat in een ander zinsdeel (een zinsdeel verder in de zin). 
  •  Lidwoorden, voornaamwoorden en telwoorden horen niet bij bijvoeglijke bepaling. 
  • Belangrijkste (kern) binnen het zinsdeeel is een zelfstandig naamwoord (zn) of voornaamwoord (vnw). 

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan bijv. bepaling 

  1. PV bepalen
  2. Maak zinsdelen (alle woorden bij elkaar die je voor de pv kan zetten)
  3. Bepaal binnen een zinsdeel wat de kern is.
  4. Kern = zelfst. nw. of voornaamwoord? -> bijv. bep.
  5. Noteer de woorden die informatie geven over de kern, het kunnen er meerdere zijn. 

Voorbeeldzin
Zeer goede leiders blijken fantasieloos te zijn. 

  1. PV = blijken
  2. Zeer goede leiders / blijken / fantasieloos / te zijn. 
  3. Zeer goede leiders. Kern = leiders. 
  4. Leiders = zn.
  5. Zeer goede (bijv. bep.) -> leiders EN fantasieloos (bijv. bep.) -> leiders

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan bijv. bepaling 

  1. PV bepalen
  2. Maak zinsdelen (alle woorden bij elkaar die je voor de pv kan zetten)
  3. Bepaal binnen een zinsdeel wat de kern is.
  4. Kern = zelfst. nw. of voornaamwoord? -> bijv. bep.
  5. Noteer de woorden die informatie geven over de kern, het kunnen er meerdere zijn. 

Voorbeeldzin met voornaamwoord (komt minder vaak voor)
Aan wie van hen heeft je baas het baantje gegeven?

  1. PV = heeft
  2. Aan wie van hen / heeft / je baas / het baantje / gegeven?
  3. Aan wie van hen. Kern = wie 
    je baas. Kern = baas
  4. wie = vragend voornaamwoord, baas = zn
  5. van hen (bijv. bep.) -> wie 
    je is geen bijv. bepaling, want het is een bezittelijk vnw

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de kern in het volgende zinsdeel?:

In dit prachtig gerestaureerde gebouw
A
Prachtig
B
Gerestaureerde
C
Gebouw
D
Prachtig gerestaureerde

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de bijv. bep. in het volgende zinsdeel:

In dit prachtig gerestaureerde gebouw
A
Prachtig
B
Gerestaureerde
C
Gebouw
D
Prachtig gerestaureerde

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag ...
H3 Grammatica zinsdelen
Opdracht 1
Opdracht 3, alleen vraag 1
Opdracht 4, alleen vraag 1
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide