Voegwoord --> verbind hele zinnen, zinsdelen of losse woorden aan elkaar. - Nevenschikkend --> voegt twee gelijkwaardige delen samen die ook los kunnen bestaan. Aaneenschakeling --> en, noch, zowel...als
Tegenstelling --> maar, of, hetzij...hetzij
Gevolg --> dus
Reden --> want
- Onderschikkend --> voegt een bijkomstig deel toe dat niet apart kan bestaan van het andere deel.
Tijd --> terwijl, nadat, toen, wanneer, als
Reden --> omdat, aangezien
Toegeving --> hoewel, ook al
Oorzaak --> doordat
Gevolg --> zodat
Vergelijking --> als, alsof, zoals
Voorwaarde --> als, indien, wanneer, tenzij
Doel --> opdat, om te
Neutraal --> dat