4 Arbeiders strijden voor hun rechten

h2 les 1
De industriële revolutie
4
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
4 - Arbeiders strijden voor hun rechten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
De industriële revolutie
4
Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900
4 - Arbeiders strijden voor hun rechten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
De industriële revolutie in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
In de tweede helft van de 19e eeuw kwam de industrialisatie in Nederland goed op gang. Paarden en windmolens werden vervangen door stoommachines.

Eerst kwamen er vooral textiel en voedingsmiddelen fabrieken. Vanaf 1890 ook zware industrie; zoals machine- en scheepsbouw.

Steden begonnen te groeien.


Rond 1900 was de Zaanstreek een van de belangrijkste industriegebieden van Nederland. 

Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
De industriële revolutie in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Dankzij grote havens als Rotterdam konden ondernemers overal grondstoffen vandaan halen, onder meer uit de koloniën. Ook konden producten makkelijker worden geëxporteerd.

Eind 19e eeuw gingen bovendien de mijnen in Limburg open. Steenkool hoefde nu niet meer geïmporteerd te worden.

Dit was allemaal goed voor de economie.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

h2 les 1
De industriële revolutie in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
In de fabrieken werkten mannen, vrouwen en kinderen. Net als in Groot-Brittannië waren de lonen laag en de arbeidsomstandigheden slecht.

Vaak waren mensen aangewezen op liefdadigheid. het krijgen van voedsel en kleding.

In de 19e eeuw deed de overheid weinig om mensen te helpen. Er waren nog geen sociale wetten.

Ook Nederland was een klassensamenleving geworden, met grote verschillen tussen rijk en arm.

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Socialisme
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
In de 19e eeuw hadden in Nederland alleen rijke mannen kiesrecht, bijvoorbeeld ondernemers, advocaten en artsen. Zij stemden bij verkiezingen meestal op liberalen, die voor een vrij economie waren tegen bemoeienis van de overheid.

Er kwamen steeds meer mensen die vonden dat werknemers beschermd moesten worden tegen uitbuiting door de werknemers.

Rond 1850 ontstond in Europa het socialisme, een beweging die opkwam voor de arbeiders.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

h2 les 1
Socialisme
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
De Duitse denker Karl Marx was de grondlegger van het socialisme. Hij vond het verkeerd dat het kapitaal (geld, land, machines en fabrieken) in handen was van één klasse.

Uiteindelijk zou de ongelijkheid tussen mensen met kapitaal en mensen zonder kapitaal zo groot worden dat de kapitaallozen (arbeiders) in opstand zouden komen. Deze klassenstrijd zou uitlopen op een klasseloze samenleving, waarin er geen verschil meer was tussen arm en rijk.
Karl Marx, grondlegger van het socialisme

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Socialisme
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Niet alle socialisten geloofden dat klassenstrijd en revolutie nodig waren. Deze gematigde stroming binnen het socialisme noemen we de sociaaldemocratie.

Sociaaldemocraten waren en zijn niet tegen privébezit en wilden de de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders langs een vreedzame weg verbeteren.

Dit probeerden zij te doen via het oprichten van vakbonden en door wetten. Maar dan moesten er wel eerst voldoende socialisten in het parlement zitten.

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
De eerste sociale wetten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
Door de industrialisatie groeide ook in Nederland de armoede van de arbeidersklasse uit tot een groot probleem. Dat werd de sociale kwestie genoemd.

  • Eerste sociale wet 1874 - kinderwetje van Van Houten
  • eisen aan woningen 1900
  • Oprichting  sociaaldemocratische politieke partij - SDAP 1894
  • sinds 1848 langzaam uitbreidden kiesrecht. In 1917 algemeen kiesrecht mannen, 1919 kiesrecht vrouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide