Tijdvak 8

Kenmerkende aspecten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kenmerkende aspecten
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA31: De industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële samenleving
Industrialisatie vanwege technologische vooruitgang en mechanisering van de productie. Machines zorgen voor snelle en grootschalige productie. Oorzaken: meer winst, door agrarische revolutie minder mensen nodig op het land, transportrevolutie . Komst van elektriciteit, voedingsmiddelenindustrie etc. Gevolg: ontstaan van een industriële samenleving met snel groeiende bevolking en steden.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA32: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Afrika verdeeld over invloedssferen (EU). Ook in Azië imperialisme waarin EU de overhand had en hier niet tegen in gegaan mocht worden. Door industrialisatie in EU landen konden Afrika en Azië niet veel doen. Oorzaken imperialisme: nationalisme, blank superioriteitsgevoel, economisch gewin en macht.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA33: De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen : liberalisme , nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Congres van Wenen: machtsevenwicht herstellen en restauratie van oude orde (burgerrechten beperkt). Gevolg zijn politieke stromingen tegen de gevestigde orde. Liberalisme: individuele vrijheid, grondwet, geen bemoeizucht overheid en burgerij. Socialisme: gelijkheid, gematigde sociaal democratie, communisme en arbeiders.
Nationalisme: natiestaat, eenheid, eigen volk eerst en sterk in Duitsland
Conservatisme: gevestigde orde handhaven: adel, kerk en monarchie heeft leiding.
1848: steeds meer EU landen krijgen liberale grondwet en democratie beginselen.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA34: Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
NL
constitutionele monarchie → parlementair stelsel (= geen democratie) met censuskiesrecht → parlementaire democratie met algemeen kiesrecht .
GB
parlementair met adel en districtenstelsel. Conservatieven en liberalen zorgen voor onrust. Pas laat een sociaaldemocratische partij opgericht door vakbonden. Na WOI algemeen kiesrecht.
Pruisen
Onderdrukking. Conservatieve Bismarck populair: instelling Rijksdag, maar niet democratisch bedoeld (weinig bevoegdheden). Pas democratie na WOI.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA35: De opkomst van emancipatiebewegingen
Confessionalisme: volwaardige positie voor religieuze christenen. Gelijke rechten, maar geen acceptatie. NL protestanten hadden succes en werden groot.: ARP olv Kuyper
Feminisme
gelijke rechten voor vrouwen, zoals vrouwenkiesrecht.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
KA36: Discussies over de ‘sociale kwestie’
Slechte woon- en werkomstandigheden voor arbeiders zorgen voor discussies over de sociale kwestie . Liberalen zeggen niks doen. Uiteindelijk wel kinderarbeidswet en na epidemie ook betere woonomstandigheden. Volgens socialisten (Marx) is oorzaak kapitalisme. Conservatieven voor beperking kapitalisme. Rechtse liberalen zeggen eigen verantwoordelijkheid en linkse liberalen voor bestrijding sociale misstanden.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Leer deze uit je hoofd en oefen daarna op de volgende slides
31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de ‘sociale kwestie’.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34 De opkomst van emancipatiebewegingen.
35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.




Tijd van burgers en stoommachines 1800 - 1900

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 1 (twee personen leveren in)

Slide 9 - Open vraag

opdracht 2 (twee personen leveren in)

Slide 10 - Open vraag

opdracht 3 (twee personen leveren in)

Slide 11 - Open vraag

opdracht 4 (twee personen leveren in)

Slide 12 - Open vraag

Kenmerkende aspecten
  • De...?.... revolutie die in de...?...... de basis legde voor een industriële .....?.....
  • Discussies over de ‘....?.....’.
  • De moderne vorm van .....?......die verband hield met de .....?......
  • De opkomst van ....?......
  • Voortschrijdende .....?....., met deelname van steeds meer...?..... aan het politieke proces.
  • De opkomst van ...?......: liberalisme, ...?......, socialisme, ...?......e en feminisme.


Noem ze nog eens!

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
  • Discussies over de ‘sociale kwestie’.
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
  • De opkomst van emancipatiebewegingen.
  • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.


Noem ze nog eens!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link