Biologie Presentatie Suikerziekt

Suikerziekte: paragraaf 9.2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Suikerziekte: paragraaf 9.2

Slide 1 - Tekstslide

neo: welkom bij onze presentatie over hoofdstuk 9 paragraaf 2 over suikerziekte
Wat weet je al over suikerziekte?

Slide 2 - Woordweb

Danae: wat weten jullie al over suikerziekte.
Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in je lichaam?
  • Verschillende lichaamsprocessen
  • Uitscheiding
  • Uitscheidingsorganen

Slide 4 - Tekstslide

verschillende lichaamsprocessen (neo):
om te blijven leven zijn er verschillende lichaamsprocessen nodig. voorbeeld: de vorming van nieuwe cellen of de omzetting van koolhydraten in energie. de processen verlopen alleen goed als de omstandigheden in je lichaam hetzelfde blijven. je lichaam probeert zoveel mogelijk veranderingen op te heffen.

uitscheiding (Danae):
je lichaam meet daarvoor voortdurend welke stoffen er in je lichaam zitten en ook de hoeveelheid van elke stof. uitscheiding is overtollige, overbodige en giftige stoffen  uit je bloed halen en buiten het lichaam brengen. stoffen waarvan er te veel in je bloed komen, worden verwijderd. en stoffen waarvan er te weinig van zijn, worden aangevuld.

uitscheidingsorganen (Lisa):
hier in de bron zie je in welke organen stoffen je bloed in en uit gaan. je longen, lever, nieren en huid zijn uitscheidingsorganen. uitscheidingsorganen zorgen er ook voor dat je afvalstoffen in je bloed kwijt raakt.


Welke functie hebben de nieren?

Slide 5 - Open vraag

noem twee lichaamsprocessen (neo)

neo: 
het goede antwoord is de vorming van nieuwe cellen en de omzetting van koolhydraten in energie
Noem tenminste drie uitscheidingsorganen

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Glucosegehalte van je bloed 
  • Glucose
  • Hormonen
  • Alvleesklier

Slide 7 - Tekstslide

neo: 
je lichaam heeft glucose nodig, glucose is een brandstof voor je lichaam. het geeft je energie om te bewegen en om warm te blijven en voor alle processen die in je lichaam plaatsvinden. daarom moeten je cellen overal altijd genoeg glucose bevatten.

lisa:
je lichaam regelt de hoeveelheid glucose die in je bloed komt met twee hormonen: insuline en glucagon. hormonen regelen allerlei processen in je lichaam. 

Danae: 
de hormonen: insuline en glucagon, worden gemaakt in de alvleesklier. hier op het plaatje zie je waar de alvleesklier zit.
Glucosegehalte van je bloed
  •  Glucosegehalte stijgt
  • Glucosegehalte daalt
  • Wisselwerking

Slide 8 - Tekstslide

Danae:
 glucosegehalte stijgt
je bent aan het eten. je verteringsstelsel verteerd het eten tot kleine glucosedeeltjes. in de dunne darm gaat de glucose het bloed in.
vlak na dat je gegeten hebt stijgt het glucosegehalte van je bloed. in tekening 1 zie je boven in het bloedvat veel glucosedeeltjes.

neo:
je lichaam meet dat er te veel glucose in je bloed zit. je alvleesklier geeft dan het hormoon insuline af. insuline zorgt ervoor dat je cellen glucose opnemen vanuit je bloed. ook regelt insuline dat de glucose wordt opgeslagen in je spieren en lever. 
glucose wordt daarbij omgezet in glycogeen. glycogeen is een lange, vertakte ketting van glucosedeeltjes.

lisa:
 door de verhoogde opname in je cellen en de opslag van glucose daalt het glucose gehalte van je bloed weer naar normaal.

neo:
je cellen gebruiken glucose uit je bloed voor de verbranding. daardoor daalt het glucosegehalte weer. 
je lichaam meet dat er te weinig glucose in je bloed zit.

Danae: 
nu geeft je alvleesklier het hormoon glucagon af. glucagon regelt dat glycogeen wordt omgezet weer in glucose. de glucose uit je lever gaat naar het bloed. de spieren breken hun eigen voorraad glycogeen af om glucose te krijgen.

lisa: 
doordat glucose uit je lever naar het bloed gaat, stijgt je glucosegehalte van je bloed weer terug naar normaal.

neo: 
de wisselwerking tussen insuline en glucagon krijgen je cellen steeds voldoende glucose om te verbranden en wordt de glucosevoorraad in je lichaam in balans gehouden. 

Wat wordt er gemaakt in de alvleesklier?
A
Insuline
B
Glucose
C
Glucagon
D
Cellen

Slide 9 - Quizvraag

lisa: wat wordt er gemaakt in de alvleesklier?
Wat zijn glucagon en insuline?
A
Stoffen
B
Organen
C
Hormonen
D
Klier

Slide 10 - Quizvraag

Danae: wat zijn glucagon en insuline
Suikerziekte
  • Regeling van glucose
  • Glucosegehalte meten

Slide 11 - Tekstslide

regeling van glucose (neo):
mensen die suikerziekte hebben of diabetes werkt de regeling van glucose niet goed. hun cellen nemen te weinig glucose uit het bloed op, dat komt omdat de insulineregeling niet goed werkt. ze voelen zich daardoor moe. de spieren en de lever slaan ook weinig glucose op. de hoeveelheid bloed in het bloed is daardoor te hoog. de nieren halen het te veel aan glucose uit het bloed en de patiënt plast het uit.

Danae: 
diabetespatienten moeten daarom zelf de hoeveelheid glucose in het bloed regelen. ze doen dat door het glucosegehalte van hun bloed op te meten. dat zie je hier op het plaatje. is hun glucosegehalte te laag, dan moeten ze wat gaan eten of drinken waar glucose in zit. als het gehalte te hoof is, dan dienen ze zichzelf insuline toe met een injectiepen of ze dragen een insulinepomp.
Soorten types diabetes
Bij diabetes type 1: 
Zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline.

Bij diabetes type 2: 
Zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.

Slide 12 - Tekstslide

diabetes type 1: lisa

diabetes type 2: Danae
Video over suikerziekte

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk 
Maken: opdracht 18 t/m 20 van blz 108 in je werkboek
Klaar? verder naar opdracht 21 t/m 23 van blz 109
Helemaal klaar = som -> leermiddelen -> nectar -> H9 -> bibliotheek -> maken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies