Strijd om vrijheid en gelijkheid 1

Strijd om vrijheid en gelijkheid

De gouden eeuw waar denk je aan?

Gouden eeuw

Tijd van pruiken en revoluties

1700 - 1800 

Waar zou het volgens jou over gaan?

Aan het eind van de les:

weet je hoe de macht verdeeld was in de tijd van pruiken en revoluties;

weet je welke nieuwe ideeën ontstonden;

kun je uitleggen wat er tijdens de Franse Revolutie plaatsvond;

weet je wat de gevolgen zijn van de Franse Revolutie.

begrippen

democratie

 revolutie

monarchie

Franse revolutie

Weet je al waar we het over gaan hebben?

Tijd van pruiken en revoluties 

(1700-1800)

Laten we kennis maken met de standen

Standen

• 3 standen: (groep met eigen rechten en plichten)
• Geestelijkheid 
  - Geloof
• Adel
  - Rijken/Grondbezitters
• Burgers 
  - Boeren en burgers

Andere aanpak

• Land met koning aan de macht: monarchie
• Burgers moeten belasting betalen    - Hun plicht                            
• Onvrede over Lodewijk XVI
• Opstanden van burger tegen hun leiders

Nieuwe ideeën

• Westerse landen willen het anders
  - Vrijheid en gelijkheid
• Burgers recht om mee te bepalen
  - Democratie
  - Grondwet met grondrechten
  
  
• Rechtstaat: Ook de koning houdt zich aan de wet!

De Franse Revolutie 1789

• Voorstanders: Revolutionairen
  
• bestorming Bastille
• Koning geen macht meer
  - Nationale Vergadering
  - Democratische Revolutie
• 1792: Koning vlucht
  - Guillotine 

Napoleon

• Na dood van de koning:
  1. Nog steeds onrust
  2. Veel meningsverschillen
  
  
•  1799: Populaire legergeneraal grijpt de macht: Napoleon
• 1804: Maakt zichzelf keizer en alleenheerser

Veranderingen

• Nieuwe wetten en regels
  -  Adel mag niet zomaar spullen van de boer afpakken
  - Iedereen is gelijk (dus geen standen meer)
  - Scheiding kerk en staat
  
  
• Napoleon zijn ideeën verspreiden naar andere landen
  - Oorlog

wat kan je vertellen over deze afbeelding?

Maak de opdrachten in je werkboek

Aan het eind van de les:

weet je hoe de macht verdeeld was in de tijd van pruiken en revoluties;

weet je welke nieuwe ideeën ontstonden;

kun je uitleggen wat er tijdens de Franse Revolutie plaatsvond;

weet je wat de gevolgen zijn van de Franse Revolutie.

begrippen

democratie revolutie

monarchie

Franse revolutie

rechten

rechtsstaat

grondwet

grondrechten

Begrippen:

democratie =bestuur waarbij het volk beslist

revolutie = grote verandering

democratische revolutie = grote politieke verandering waarbij een democratische grondwet ingevoerd wordt

monarchie= regeringsvorm waarbij koning de macht heeft

Franse revolutie= opstand in Frankrijk

rechtsstaat= land waarin iedereen zich aan de wet moet houden

standen= groep binnen de bevolking met eigen rechten en plichten.

recht= iets wat je mag

plicht= iets wat je moet

grondrechten= belangrijkste rechten van burgers die in de grondwet zijn vastgelegd.

grondwet= wet waarin staat wat de grondrechten van de burgers zijn ( boek met regels)