In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 14 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Energie?!
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
Je kent verschillende energiebronnen
Je kent fossiele
Slide 2 - Tekstslide
Noem eens een aantal energiebronnen die jij kent?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Duurzame energiebronnen
Duurzame energie.
Duurzame energie is energie die is opgewekt uit onuitputtelijke bronnen. Dat betekent dat deze bronnen die niet op kunnen raken.
Voorbeelden hiervan zijn windenergie, waterkracht energie, zonne energie en biomassa
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn duurzame energie bronnen?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Video
Wat zijn fossiele brandstoffen? Deze worden genoemd in het filmpje...
Slide 10 - Open vraag
Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Het duurt meer dan 10.000 jaar voordat zo'n brandstof ontstaat.
Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
Slide 11 - Tekstslide
Waarom willen mensen af van Fossiele brandstoffen
A
Deze zijn slecht voor het milieu
B
Deze kunnen opraken
C
Deze zorgen voor opwarming van de aarde
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Welke brandstoffen zullen op dit moment het meest gebruikt worden?
A
Duurzame brandstoffen
B
Fossiele Brandstoffen
C
Beide evenveel
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Zonne energie
Aardgas
Kernenergie
windenergie
Steenkool
Waterkracht
Slide 17 - Sleepvraag
Fossiele brandstoffen
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Hoe ontstaat aardgas?
Bij het omvormingsproces tot steenkool, komt aardgas vrij.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Hoe ontstaat aardolie?
Slide 23 - Tekstslide
Plankton sterft af en zinkt naar de bodem
Door druk van de bovenliggende lagen worden gassen uit het materiaal geperst. Aardgas wordt zo gescheiden van olie.
De aardolie blijft gevangen onder een laag ondoorlatend gesteente.
Deze laag wordt bedekt met sediment: zand of klei.