Betoogopdracht 1

Betoogopdracht 1
Op de volgende dia's staan korte omschrijvingen van de inhoud van een tekst. Hieruit kun je de tekstsoort afleiden. Geef per omschrijving aan van welke tekstsoort de schrijver waarschijnlijk gebruik heeft gemaakt. Je kiest steeds uit: beschouwing, betoog of uiteenzetting.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Betoogopdracht 1
Op de volgende dia's staan korte omschrijvingen van de inhoud van een tekst. Hieruit kun je de tekstsoort afleiden. Geef per omschrijving aan van welke tekstsoort de schrijver waarschijnlijk gebruik heeft gemaakt. Je kiest steeds uit: beschouwing, betoog of uiteenzetting.

Slide 1 - Tekstslide



Een tandarts vraagt zich in een vakblad af of de toenemende belangstelling voor plastische chirurgie zal leiden tot een toename van gebitscorrecties.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 2 - Quizvraag

In opdracht van een bierproducent ontwerpt een reclamebureau een paginagrote advertentie voor een studentenblad om hun nieuwe biermerk te promoten.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 3 - Quizvraag

Tijdens de kerstdagen heeft een Amsterdamse journalist een week meegereisd met een familie op ski-vakantie. Voor de krantenlezer geeft hij zijn indrukken van een weekje skiën weer in een beschrijving van die week.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 4 - Quizvraag

In het blad van de keurslager, beschrijft een drukbezette klant de voors en tegens van kant en klare maaltijden.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 5 - Quizvraag

Een bezoeker van een dierentuin in Amsterdam legt in een ingezonden brief uit waarom hij het belachelijk vindt dat de dieren niet door bezoekers mogen worden gevoerd.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 6 - Quizvraag

De schrijver vertelt in tekst A over het bestaan en de historische ontwikkelingen bij homeopathie.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 7 - Quizvraag

De schrijver vraagt zich in tekst B af of je op basis van de geweldige reclamecampagnes van machtige medische concerns in de media kunt concluderen dat je moet vertrouwen op homeopatische behandelingen.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 8 - Quizvraag

De schrijver waarschuwt reguliere artsen en zegt in tekst C van mening te zijn dat nogal wat reguliere artsen helaas onvoldoende doorzien dat er grote beperkingen zijn in het homeopathische systeem.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 9 - Quizvraag

De auteur wijst in tekst E op de verschillende mogelijkheden van alternatieve geneeswijzen.
A
beschouwing
B
betoog
C
uiteenzetting

Slide 10 - Quizvraag