Week 6 t/h

Tekstdoelen
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Etui
- Schrift
- Laptop en oplader
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tekstdoelen
Wat heb je nodig?
- Kern lesboek
- Etui
- Schrift
- Laptop en oplader

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: welke tekstdoelen ken jij nog?


En welke kenmerken horen daarbij?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Ik weet wat activerende teksten zijn en welke doelen een schrijver hiermee heeft
- Ik kan verschillende soorten en kernmerken van activerende teksten herkennen
- Ik kan uitleggen waarom een tekst activerend is

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activeren
Doel: de lezer raakt overtuigd met het standpunt van de tekst/schrijver én komt in actie

Kenmerken:
- de tekst bevat een standpunt en argumenten
- de tekst is gebaseerd op de mening van de schrijver
- de schrijver wil de lezer overtuigen om iets te gaan doen (bijv. ergens lid van worden, geld doneren)
Voorbeelden: reclameteksten, advertenties, posters en folders

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen
We bekijken samen enkele teksten. Bedenk welk tekstdoel de schrijver zou hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

informeren

Slide 9 - Tekstslide

activeren

Slide 10 - Tekstslide

Overtuigen
Weektaak
Kern 17
Opdrachten: 1 t/m 5 en 7

Kern 18
Extra opdrachten: 1 t/m 7
Verdiepingsopdrachten: 8 en 9

Leer vijf woordjes uit de woordenlijst












Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen een overtuigende en een activerende tekst?

Slide 12 - Tekstslide

Bij een activerende tekst overtuigt de schrijver niet alleen de lezer, maar zorgt hij er ook voor dat de lezer iets gaat doen/iets gaat uitvoeren