Unit 2 lesson 4 Grammar (much/many/a lot of / little/ few)

Much, many & a lot of & (a) little, (a) few
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Much, many & a lot of & (a) little, (a) few

Slide 1 - Tekstslide

My classroom rules
- We arrive on time
- We come to learn, participate in the lesson
- We listen to each other
- We put our hand up when we want to answer
- We respect each other
- We don't curse
- English class = English speaking

Slide 2 - Tekstslide

Planning:
1. Warm - up
2. Much/many/a lot of, (a) little, (a) few UITLEG 
3. Working together in Lesson up 
4. Worksheet time
5. Evaluation

Slide 3 - Tekstslide

How would you say in English
'Ik heb veel huiswerk te maken'?

Slide 4 - Open vraag

How would you say in English
'Ik heb weinig huiswerk te maken'?

Slide 5 - Open vraag

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.

  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal op dezelfde manier. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much water 

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg much & many

  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt ontelbaar is.

Voorbeelden:
Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg much & many

  • Je gebruikt many als het woord dat erna komt telbaar is, dus je kunt er meervoud van maken.

Voorbeeld:
He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?


Slide 9 - Tekstslide

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 10 - Sleepvraag

Much
Many
money
sand
girls
pens
cars
coffee
rain
water
doors
hair
tables
phones

Slide 11 - Sleepvraag

A lot of
  • A lot of betekent veel, net als bij many & much.

  • A lot of gebruik je bij bevestigende (+) zinnen.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden
  • I have a lot of friends. (+) / many
  • She has not got many friends. (-)
  • Do we have much homework? (?)
  • The school has a lot of pupils. (+) /many
  • Our village has not got much snow. (-)
  • Does the cat have many kittens? (?)

Slide 13 - Tekstslide

I have got ... problems.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 14 - Quizvraag

Working out at the gym isn't ... fun.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 15 - Quizvraag

How ... milk is left in the fridge?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 16 - Quizvraag

Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 17 - Quizvraag

WEINIG

little
few

Slide 18 - Tekstslide

 Little           Few                        


 
Weinig + ontelbaar                                       Weinig + telbaar, dus kun je meervoud                                                                                   van maken.
Er zit te weinig zout in de soep.           Weinig mensen gingen naar het feestje.
There is too little salt in the soup.      Few people went to the party.

Slide 19 - Tekstslide


There are very _______ cupcakes left.
A
Little
B
Few

Slide 20 - Quizvraag

I have ________ homework.
A
Little
B
Few

Slide 21 - Quizvraag

  A little        A few
Een beetje + ontelbaar                      Een paar + telbaar
Ik wil een klein beetje tomatensaus.       Ik snij een paar uien.
I only want a little tomato sauce.           I am cutting a few onions.

Slide 22 - Tekstslide


Can you give me _________ apples?
A
A little
B
A few

Slide 23 - Quizvraag

There was only ________ meat in the pie.
A
A little
B
A few

Slide 24 - Quizvraag

Take notes!
1. Open your notebook.

2. Write down what is on the right side =>

Slide 25 - Tekstslide

Individual work

1. Do the ex. in your worksheet.
3. If not done => it is your homework.

Slide 26 - Tekstslide

Did you understand the grammar (much/many/a lot/few/little) today?
Choose from 0 ( I did not) to 10 (I completely understood) it.
-110

Slide 27 - Poll

Tuck your chair in. Thank you!

Slide 28 - Tekstslide