We moeten altijd a lot of of lots of (inclusief of) voor een zelfstandig naamwoord gebruiken. We kunnen echter de uitdrukkingen a lot en lots (zonder of) aan het einde van een zin gebruiken.
Hoeveel biertjes heb je gehad?’ ‘Dat weet ik niet; Ik had er heel veel.
How many beers did you have?’ ‘I don’t know; I had lots / a lot.’
Ik vind haar heel leuk.
I like her a lot.