4.3 Hormonale regeling 4V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.3 Hormonale regeling
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.3 Hormonale regeling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel 4.3
Je leert hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

Slide 3 - Tekstslide

Hormonen
Hypothalamus: hormoonklier in de hersenen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit: hypothalamus produceert
GnRH (gonadotropine- releasing-hormone).
Via bloedvaten komt dit hormoon bij de hypofyse.
De hypofyse produceert daardoor FSH (follikel stimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon).

Slide 4 - Tekstslide

Moet ik dit leren?
Hormoonklieren en de hormonen die ze maken, inclusief de werking vand e hormonen staan in Tabel 89A.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

= LH
Negatieve terugkoppeling

Slide 10 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de cellen in de testes (cellen van Leydig) op de aanwezigheid van LH?
Ze hebben receptoren voor LH.
 

Slide 11 - Tekstslide

Receptoreiwitten
Waarom reageren de Sertoli (voedstercellen) op de aanwezigheid van FSH?
Sertolicellen hebben receptoren voor FSH.
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Omschrijf de zin "proliferatie van het baarmoederslijmvlies" in je eigen woorden

Slide 15 - Open vraag

Dag 1: start menstruatie.

FSH stijgt en stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

Slide 16 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Lage concentratie oestrogenen remmen de afgifte van GnRH (en dus LH en FSH)

Slide 17 - Tekstslide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Boven een drempelwaarde stimuleren oestrogenen juist GnRH en dus LH en FSH (positieve terugkoppeling)

-> piek in LH en FSH

Slide 18 - Tekstslide

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.

Piek in FSH zorgt voor extra oestrogenen.

Slide 19 - Tekstslide

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.

Slide 20 - Tekstslide

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
GnRH, LH en FSH worden niet meer geremd

Menstruatie (afstoten baarmoederslijmvlies).

Slide 21 - Tekstslide

Zwangerschap
Trofoblast geeft HCG af.
Dit hormoon zorgt er voor dat het gele lichaam niet verschrompelt. Progesteron blijft aanwezig en GnRH, LH en FSH blijven geremd.
Geen menstruatie en geen nieuwe follikelrijping.
Na drie maanden neemt de placenta de vorming van progesteron en oestrogenen over.

Slide 22 - Tekstslide

=LH

Slide 23 - Tekstslide

Bevalling/ geboorte
Vanaf de zevende maand daalt het kindje in (met het hoofd naar beneden).
Start van de bevalling: 
moeder maakt prostaglandines aan -> samentrekken baarmoederwand (ontsluitingsweeën).

Slide 24 - Tekstslide

Bevalling/ geboorte
Druk op de baarmoedermond zorgen (via zenuwen) voor stimulering van de hypothalamus. 
Die zet op zijn beurt de hypofyse aan tot het afgeven van oxytocine: extra samentrekkingen baarmoederwand.
Na volledige ontsluiting: persweeën.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Omschrijf de zin "contractie baarmoederwand" in je eigen woorden

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Na de geboorte
Naweeën zorgen we voor dat ook de placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng de baarmoeder uit gaan.
De hypofyse van de moeder maakt prolactine aan -> stimuleert melkproductie.
Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor extra afgifte prolactine en oxytocine -> samentrekken melkklieren dus melkafgifte.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Doel 4.3
Je hebt geleerd hoe hormonen de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen regelen

Slide 32 - Tekstslide

Begrippen 4.3
hypofyse, hypothalamus, GnRH, FSH, LH, receptoreiwitten, negatieve terugkoppeling, oestrogenen, progesteron, positieve terugkoppeling, gele lichaam, prostaglandinen, ontsluitingsweeën, baarmoedermond, oxytocine, persweeën, nageboorte, prolactine, oxytocine, melkklieren

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.3: 3 t/m 9

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 34 - Tekstslide

Hoe werkt de pil?

Slide 35 - Open vraag

Waar is het condoom handig voor?

Slide 36 - Open vraag

Wat beinvloedt de betrouwbaarheid van de pil?
A
Medicijnen
B
Het op tijd beginnen met de pil na de stopweek
C
Diarree en overgeven
D
Alledrie

Slide 37 - Quizvraag

Wat is consent?

Slide 38 - Open vraag

Wat is de gemiddelde leeftijd voor de eerste keer in Nederland?

Slide 39 - Open vraag

Hoe kun je voorkomen dat je zwanger wordt?
A
Terugtrekken voor klaarkomen
B
Geen seks hebben
C
Pil en condoom gebruiken
D
Anale seks

Slide 40 - Quizvraag

In een relatie is er soms seks tegen je wil. Oa door gaslighting. Wat is gaslighting?

Slide 41 - Open vraag