Nieuwsbericht schrijven

Schrijven - Nieuwsbericht
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijven - Nieuwsbericht

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je...
  1. hoe je een tekst verdeeld in alinea's die een logische volgorde hebben.
  2. wat de 5 W+H-vragen zijn.
  3. hoe je een informatief nieuwsbericht schrijft.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

WAT VOOR NIEUWS STAAT ER IN EEN KRANT? 
  • Lokaal/regionaal nieuws; TEKSTDOEL= informerend
  • Binnenlands en buitenlands nieuws = informerend
  • Sportnieuws = informerend of amuserend
  • Cultureel nieuws = amuserend of overtuigend
  • Politiek/economisch nieuws = informerend
  • Cartoons/familieberichten/ingezonden stukken/column etc. = amuserend/informerend/overtuigend

Slide 4 - Tekstslide

DE 5 W+H-VRAGEN
  • In een nieuwsbericht geef je informatie over een gebeurte-nis en je vertelt de lezer in 't kort alles wat hij moet weten.
  • Dat doe je door in het artikel antwoord te geven op de 5W+H-vragen: WIE, WAT, WAAR, WANNEER, WAAROM en HOE?!
  • Zo ontstaat er een volledig informerend artikel met een logische volgorde, waarin de antwoorden op deze vragen zijn verdeeld in alinea's met een inleiding, middenstuk en slot.

Slide 5 - Tekstslide

 HOE SCHRIJF JE EEN ALINEA?
  • Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.
  • De belangrijkste informatie staat in de eerste zin: KERNZIN.
  • Bijvoorbeeld in de Limburger stond onder de krantenkop bij regionaal nieuws 'Vluchtelingen in vrachtwagen op A2 bij Beek' als kernzin: "De politie heeft gisterochtend vier verstekelingen aangehouden."

Slide 6 - Tekstslide

DEELONDERWERPEN
  • Daarna schrijf je de informatie die je verder nog aan de lezer wilt laten weten over wat er is gebeurd of met wie of waar.
  • Bijv.: "Ze zaten in een vrachtwagen die omstreeks negen uur staande werd gehouden op de A2 ter hoogte van Beek."
  • Je begint een nieuwe alinea op een nieuwe regel als je over een ander deelonderwerp gaat schrijven, bijvoorbeeld als je uitgebreider wilt antwoorden op de vragen 'waarom' en 'hoe'.

Slide 7 - Tekstslide

ZELF EEN KORT NIEUWSBERICHT SCHRIJVEN

Slide 8 - Tekstslide

ONDERWERP/TIJD/HOE

Iedere leerling schrijft zijn artikel individueel: 10 minuten
Er is dus geen overleg, ook niet op fluistertoon...
Let op je spelling en nieuwe regels bij elke alinea! Tussenkopje?!

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

TEKSTINDELING
  1. KOP (onderwerp: pakkende titel).
  2. Alinea 1=inleiding met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wat/wie/waar) met kernzin.
  3. Alinea 2=middenstuk met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wanneer/waarom) met kernzin.
  4. Alinea 3=slot, waarin je het artikel mooi afrond door bv. antwoord te geven op de vraag hoe het afloopt, met kernzin.

Slide 10 - Tekstslide

5xW+H
  • 5xW+H is een ezelsbrug om gemakkelijker de hoofdzaken uit een tekst te halen.

  1. Wat (is het nieuws)?
  2. Wie (speelt een rol in dit nieuws)?
  3. Waar (is het gebeurd)?
  4. Wanneer (is het gebeurd)?
  5. Waarom (is het gebeurd)?
  6. Hoe (is het gebeurd)?

Slide 11 - Tekstslide

Lees je artikel voor!
Klaar voor druk?
  • Pakkende titel?
  • 3 alinea's met kernzinnen en deelonderwerpen?
  • Antwoorden op alle 5 W- en H-vragen?
  • Geen hoofdletters en punten vergeten? 
  • Tussenkopje?

Slide 12 - Tekstslide