De vorige les hebben wij geleerd dat...
Dat de Republiek een unieke bestuursvorm had, zeker voor die tijd
Dat het op lokaal niveau bestuurd: Gewestelijke Staten
Dat het op nationaal niveau bestuurd: Staten-Generaal
Dat de regenten de macht in handen hadden
Dat elk gewest een Stadhouder en raadpensionaris (elk gewest had er 1)
Dat elk gewest op papier gelijk was: in de praktijk voerde Holland de boventoon