In de 16e eeuw zetten de Habsburgse vorsten Karel V en Philips II de centralisatiepolitiek door en breidden deze vanwege de opkomst van lutheranisme en calvinisme uit naar de godsdienst. Zij wilden het protestantisme, dat zich concentreerde in de steden, terugdringen. Na de Beeldenstorm en het harde optreden door Alva brak er onder leiding van Willem van Oranje een opstand uit tegen het Spaanse gezag.