In de 2e klas heb je al gehoord van de gesteentekringloop. Vloeibaar gesteente (magma) komt aan het oppervlak. Daar wordt het hard (het stolt). Hierdoor ontstaat stollingsgesteente. Na verwering en erosie van gesteente, wordt het materiaal ergens neergelegd: er ontstaat sediment-
gesteente. Als stollingsgesteente of sediment-
gesteente diep onder het oppervlak komt
kan het onder druk en warmte veranderen:
het wordt metamorf gesteente.
Uiteindelijk kunnen alle soorten gesteente
(sollings-, sediment- en metamorf) weer
terugkeren in het binnenste van de aarde
waar het weer vloeibaar wordt.
Deze cirkel wordt de gesteentekringloop
genoemd.