week 5 23/9 en 24/9

H11 Op een verjaardag
week 5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

H11 Op een verjaardag
week 5

Slide 1 - Tekstslide

Doelen H 11 Op een verjaardag
  • Je leert hoe je iemand feliciteert
  • je kan vragen stellen en vertellen over werk, studie en hobby's
  • Je kan in verschillende situaties reacties geven
  • Je kan reflexieve werkwoorden correct gebruiken (de goede vorm)
  • je oefent met de sjwa

Slide 2 - Tekstslide

Beheers je de doelen?
.

Slide 3 - Tekstslide

Doelen H 11 Op een verjaardag
  • Je leert hoe je iemand feliciteert
  • je kan vragen stellen en vertellen over werk, studie en hobby's
  • Je kan in verschillende situaties reacties geven
  • Je kan reflexieve werkwoorden correct gebruiken (de goede vorm)
  • je oefent met de sjwa

Slide 4 - Tekstslide

Doel 1 
  • Je kan iemand feliciteren met zijn/haar verjaardag.

Activiteit
Loop rond en 
feliciteer minimaal 3 anderen met hun verjaardag.
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Doel 2
Je kan vragen stellen en vertellen over werk, studie en hobby's

Activiteit
Loop rond en
houd met minimaal 2 anderen een praatje
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Doel 3
Je kan in verschillende situaties reacties geven

Activiteit
Zoek iemand die....
Iedereen krijgt een kaartje met daarop een situatie/reactie.
Loop rond met je kaartje en zoek iemand met de passende situatie/reactie.
Gelukt? Pak nieuwe kaartjes.
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf een appje 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Taalcafé

Slide 10 - Tekstslide

paragraaf 11.5 Reflexieve werkwoorden
Je kan reflexieve werkwoorden correct gebruiken (de goede vorm)

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Reflexieve werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Vorming reflexieve werkwoorden
Het reflexieve werkwoord bestaat uit de twee delen:
zelfstandig werkwoord + wederkerend voornaamwoord
Voorbeeld: zich wassen
ik was me
jij wast je
u wast zich
hij/zij wast zich
wij wassen ons
jullie wassen je
zij wassen zich



Slide 14 - Tekstslide

structuur reflexieve werkwoorden
Het wederkerend voornaamwoord (reflexief pronomen)  staat altijd naast het werkwoord.
Ik verveel me.
Pia vergist zich.
Bor ergert zich

Slide 15 - Tekstslide

de reflexieve scheidbare werkwoorden

Structuur van een een reflexief scheidbaar werkwoord:
deel 2 van het werkwoord + wederkerend voornaamwoord + deel 1 van het werkwoord.
Voorbeeld: zich afvragen
Ik vraag me af of dit wel de kortste weg naar huis is.
 Voorbeeld: zich voorstellen
Ik stel me voor aan mijn collega’s.




Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen 

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk
paragraaf 11.2: woordenlijst oefenen
opdracht 3 herhalen
opdracht 8 maken
opdracht 9: ter voorbereiding op les in de klas

Slide 18 - Tekstslide

 verwerking
Opdracht 6  maken
opdracht 7 in tweetallen oefenen
opdracht 8: eerst mondeling in 2-tallen, dan de zinnen opschrijven

Slide 19 - Tekstslide

nabespreking gemaakte opdrachten
Hoe ging het?
Een aantal  gemaakte zinnen van opdracht 8 doornemen

Slide 20 - Tekstslide

https://thedutchonlineacademy.com/grammar/lijst-reflexieve-werkwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link