Verkiezing 3.4

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Parlementaire democratie
1. Herhalen
2. Uitleg: actief/passief kiesrecht, zwevende kiezer, redenen om te stemmen en evenredige vertegenwoordiging en districtenstelsel
3. aan de slag
4. afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Verkiezingsfraude is een kenmerk van een autoritair systeem
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Nederland is een indirecte democratie
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Politiek rechts wil dat de overheid veel belasting vraagt zodat zij de oplossingen voor burgers kunnen organiseren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Liberalen zijn vinden dat de overheid zich moet focussen op kerntaken als defensie, onderwijs en bescherming van de vrijheden
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Welke waarden passen
                   is één van de kernwaarden van het Liberalisme 

is een belangrijke waarde van de sociaal democratie 
Solidariteit
Vrijheid

Slide 7 - Sleepvraag

De SGP is
A
Sociaal democratisch
B
Liberaal
C
Confessioneel
D
one-issue

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is persvrijheid zo belangrijk voor de democratie? Geef een voorbeeld bij je antwoord van een land waarin dit speelt.

Slide 9 - Open vraag

Kiesrecht
Actief: stemmen vanaf je 18de
Passief: je mag jezelf verkiesbaar stellen (kandidaat op een lijst)

Slide 10 - Tekstslide

Stemmen
Je stemt op een bepaalde partij omdat:
 1. je bent het met ze eens
2. ze opkomen voor jou belang
3. strategisch (je wilt dat zij een grote partij worden)
4. persoon (lijsttrekker)

Zwevende kiezer: stemmen niet altijd op dezelfde partij


Slide 11 - Tekstslide

Opkomst

Slide 12 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
Districtenstelsel (meerderheidsstelsel)

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
1. Leg in je eigen woorden het evenredige vertegenwoordiging en het districten- of meerderheidsstelsel uit (gebruik daarbij ook kiesdeler)
2. noem 3 voordelen en 3 nadelen van evenredige vertegenwoordiging

3. vul je de stemwijzer in. 
Schrijf op op welke partij jij zou stemmen? En of dat dezelfde is als de stemwijzer zegt?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Wat ben jij?
progressief/conservatief
Links/midden/rechts
Sociaal-democratisch/christendemocratisch/Liberaal
zwevend

Slide 16 - Tekstslide

Nederland heeft een kiesdrempel
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

de formatie duurt in Nederland meestal kort (2-4 weken)doordat we goed zijn in een compromis sluiten en consensus
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De toekomstige minister-president is meestal ook de formateur
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag