Mens en Zorg voorbereiding SE deel 1

Profielmodule Mens en Zorg
Hieronder alle te leren tekstbronnen (zijn in alle SO’s al aan bod gekomen).
Tekstbronnen: 5, 7, 8, 10, 16, 18, 22, 29, 34, 35, 53, 54, 55, 60, 62, 64, 65, 78, 79, 80, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 96, 97, 98, 99, 100
De tekstbronnen heb je overhandigd gekregen.
Bestudeer daarnaast ook alle stappenplannen, al deze stappenplannen heb je geoefend tijdens de lessen
Is nu alles belangrijk? Dat neemt de docent vandaag weer door.

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Profielmodule Mens en Zorg
Hieronder alle te leren tekstbronnen (zijn in alle SO’s al aan bod gekomen).
Tekstbronnen: 5, 7, 8, 10, 16, 18, 22, 29, 34, 35, 53, 54, 55, 60, 62, 64, 65, 78, 79, 80, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 96, 97, 98, 99, 100
De tekstbronnen heb je overhandigd gekregen.
Bestudeer daarnaast ook alle stappenplannen, al deze stappenplannen heb je geoefend tijdens de lessen
Is nu alles belangrijk? Dat neemt de docent vandaag weer door.

Slide 1 - Tekstslide

In welke gevallen spreek je persoonlijke verzorging?
A
Boodschappen doen, de was doen, lichaamstemperatuur meten
B
Haren borstelen, lichaamstemperatuur meten, tandenpoetsen
C
De was doen, haren borstelen, stofzuigen
D
Nagels lakken, tandenpoetsen, de was doen

Slide 2 - Quizvraag


Is er in de volgende situaties sprake van mantelzorg of van vrijwilligerswerk?

Sleep de zin naar de juiste situatie. 
Mantelzorg
vrijwilligerswerk
1. Meneer en mevrouw Driessen zorgen één dag in de week voor hun kleindochter die een verstandelijke beperking heeft.    
2.Meneer Jacobs gaat iedere week een uurtje wandelen met een bewoner van het zorgcentrum bij hem in de buurt.  
3. Mevrouw Bos is verpleegkundige. Zij verzorgt ieder jaar een week lang mensen met een beperking op een vakantieschip. Dit doet zij tijdens haar eigen vakantie, onbetaald. 
4. Mevrouw Badul zorgt voor haar man die longkanker heeft. 

Slide 3 - Sleepvraag

Je doet boodschappen voor je oude buurvrouw. Dit is...
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 4 - Quizvraag

Hoe houd je rekening met de privacy van de cliënt bij het opmeten van de temperatuur?
A
door bezoek toe te laten bij de patiënt
B
door het licht uit te doen
C
door de slaapkamerdeur te sluiten
D
door tegelijkertijd het bed te verschonen

Slide 5 - Quizvraag

Welk verband gebruik je bij een wond die erg bloed en snel afgedekt moet worden?
A
snelverband wonddrukverband
B
mitella hechtstrips
C
wondpleister kompres
D
kompres snelverband

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de eerste regel van de vijf basisregels van EHBO?
A
Bel 112
B
Verwijder kleding en sieraden
C
Stel het slachtoffer gerust
D
Let op gevaar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom is het goed om volgens de Schijf van vijf te eten?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn basisregels van EHBO?
A
Ga eerst na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
B
Let op gevaar
C
Zorg voor professionele hulp
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting

Slide 9 - Quizvraag

Een document, waarin de hulpbehoeften van een zorgvrager in staan, noem je.....

A
Protocollen
B
Zorgdossier
C
Werkzaamhedenlijst
D
Opdracht

Slide 10 - Quizvraag

Je zit samen met je ouders te eten in een restaurant. Aan het tafeltje naast jullie zit een oudere meneer te eten, hij verslikt zich en hij kan niet hoesten. Wat doe je? Zet de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Als de luchtweg nog steeds belemmerd is laat je 112 bellen
Als het slachtoffer niet kan ademen geef je 5 buikstoten
Je blijft de rugslagen en de buikstoten met elkaar afwisselen
Je controleert of het slachtoffer alweer kan ademen
Je geeft 5 slagen op de rug, tussen de schouderbladen

Slide 11 - Sleepvraag

Jij wilt Sarina zo goed mogelijk helpen. om te weten welke hulp ze nodig heeft, kijk jij in .......


A
Het zorgdossier
B
De regels en richtlijnen
C
Het protocol
D
Het rooster

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet
dit hulpmiddel
bij het lopen?
A
Een looprek
B
Een rolrek
C
Een rollator
D
Een boodschappenkarretje

Slide 13 - Quizvraag

Waar wordt er GEEN rekening gehouden met privacy?
A
Je kan alleen bij de gegevens van de verzorgende met een code
B
De gordijnen worden dicht gedaan tijdens het wassen
C
Tijdens het verzorgen staat de deur op een kier
D
De stagiair moet even de kamer verlaten bij het verschonen van de cliënt.

Slide 14 - Quizvraag

WAAR
NIET WAAR
Tijdens actief luisteren laat je je makkelijk afleiden door je omgeving
Tijdens actief luisteren laat je de ander uitpraten
Tijdens actief luisteren let je op non-verbale signalen
Tijdens actief luisteren zorg je dat er geen stiltes vallen

Slide 15 - Sleepvraag

Wat hoort niet bij ergonomisch werken?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Mark is verzorgende en gaat mevrouw Jansen uit de rolstoel in bed helpen. Wat is een goede zin die Mark kan zeggen tegen mevrouw Jansen?
A
Goedemorgen, kom je mee? Dan help ik je in bed.
B
Hallo mevrouw, als u zelf naar het bed rijdt, dan help ik u daar wel.
C
Goedemorgen mevrouw, ik kom u uit bed helpen. Ik rijd u eerst naar het bed. Vindt u dat goed?
D
Hee, rijdt u met de rolstoel naar het bed of moet ik nog ff helpen?

Slide 17 - Quizvraag

Welke handeling doe je bij iemand die bewusteloos is?
A
Greep van Heimlich
B
Stabiele zijligging
C
Greep van Rautek
D
Reanimeren

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord past het
beste bij het plaatje?
A
Robotica
B
E-health
C
Ergonomie
D
Domotica

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstof eet je minder als je een hoge bloeddruk hebt?
A
Peper
B
Suiker
C
Vet
D
Zout

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de greep om een verstikking te verhelpen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van domotica?
A
De lichten aandoen met een afstandsbediening
B
Tillen met rechte rug
C
Aangepast bestek
D
Alarmknop voor een oudere

Slide 22 - Quizvraag

Deze mevrouw doet de stabiele zijligging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Welk kenmerk hoort bij dementie?
A
Koorts
B
Pijn in gewrichten
C
Vergeetachtigheid
D
Verhoogde bloeddruk

Slide 24 - Quizvraag

Het leveren van maatwerk is in de zorg heel belangrijk.
Wat betekent maatwerk in de zorg?
A
De zorg is precies afgestemd op de wensen van de zorgverlener.
B
Alle zorgvragers krijgen precies dezelfde soort zorg
C
De zorg is precies afgestemd op de wensen van de zorgvrager.
D
De zorgverlener mag kiezen aan welke zorgvrager hij hulp verleent.

Slide 25 - Quizvraag

Waar zie je een snelverband?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Waar let je op bij ergonomisch werken?
A
Hygiëne
B
Persoonlijke verzorging
C
Juiste werkvolgorde
D
Juiste lichaamshouding

Slide 27 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
"Handige hulpjes die ervoor zorgen dat mensen met een beperking toch zoveel mogelijk zelfredzaam kunnen zijn"
A
ADL-hulpmiddelen
B
Domotica
C
Zorgrobotica
D
Milieubewust

Slide 28 - Quizvraag

ADL-Hulpmiddelen
Huishouden (snijplank met instelframe)
Communicatie (pen met verdikte handgreep)
Verzorging (knopentang) 

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor 'Natrium'

Slide 30 - Open vraag

Welk product kun je beter niet eten bij een te hoge bloeddruk?
A
Bouillon
B
Banaan
C
Kipfilet
D
Kabeljauw

Slide 31 - Quizvraag

Zet de stappen in de juist volgorde:
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
STAP 5
STAP 6
STAP 7
Bel 112
VEILIG VOOR MEZELF?
AANSPREKEN / SCHUDDEN
CHECK ELKE MIN. de ademhaling 
VEILIG VOOR SLACHTOFFER?
STABIELE ZIJLIGGING
CONTROLEER ADEMHALING

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is empathie?

Slide 33 - Open vraag

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt en vrij kan ademen
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
zodat je lekker ligt
D
om te zorgen dat iemand warm en droog blijft

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een aandoening van het bewegingsapparaat?
A
voedselvergiftiging
B
multiple sclerose
C
osteoporose
D
COPD

Slide 35 - Quizvraag

Welke toedieningsvorm gebruik je voor paracetamol?
A
oraal
B
via een injectie
C
rectaal
D
toedieningsvorm op de huid

Slide 36 - Quizvraag