EHBO

EHBO LES 1 PERIODE 4
  • stabiele zijligging
  • rautek ( van stoel naar grond)
  • ondersteunend vervoer
  • Buikstoot
  • dekenrol
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

EHBO LES 1 PERIODE 4
  • stabiele zijligging
  • rautek ( van stoel naar grond)
  • ondersteunend vervoer
  • Buikstoot
  • dekenrol

Slide 1 - Tekstslide

wat verwacht ik van jullie?
  • Oefenen in de verschillende technieken

Slide 2 - Tekstslide

stabiele zijligging

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
Stabiele zijligging
Voer de stabiele zijligging uit volgens de juiste methode. Nacontrole door naar het filmpje te kijken en elkaar feedback te geven.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

stabiele zijligging
  • wat is de laatste stap van jou als je iemand in stabiele zijligging hebt gelegd, en waarom doe je dit?
  • wat moet je blijven doen als iemand in stabiele zijligging ligt?

Slide 6 - Tekstslide

rautek

Slide 7 - Tekstslide

Reden voor rautek
1. Iemand dreigt flauw te vallen of bewusteloos te raken
2. Slachtoffer ligt op een gevaarlijke plek en moet worden verplaatst
3. Iemand zit in een stoel en dreigt flauw te vallen of bewusteloos te raken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Rautek vanaf de stoel naar de grond
  • Op welk lichaamsdeel let je vooral goed op als je iemand op de grond neerlegt?
  • wat is belangrijk voor jezelf als je deze greep moet uitvoeren?

Slide 10 - Tekstslide

ondersteunend vervoer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

ondersteunend vervoer
  • wanneer zou je deze greep kunnen toepassen?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Buikstoot manoeuvre
  • Je belt of laat 112 bellen en dan ?
  • Hoe vaak mag je buikstoten en slaan afwisselen?
  • Wat doe je als iemand bewusteloos raakt ?

Slide 15 - Tekstslide

welke greep gebruik je bij verstikking?
A
Rautek
B
stabiele zijligging
C
reanimatie
D
heimlich manoevre

Slide 16 - Quizvraag

hoe vaak geef je buikstoten bij verstikking?
A
3 keer
B
4 keer
C
5 keer
D
6 keer

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
Wanneer iemand is flauw gevallen
B
Wanneer de ademhaling is gestopt
C
Wanneer iemand niet beweegt
D
Bij bewusteloosheid, er is sprake van een ademhaling

Slide 18 - Quizvraag

wanneer leg je een slachtoffer in stabiele zijligging?
A
als iemand niet meer ademt
B
als iemand flauw is gevallen
C
als iemand bewusteloos is
D
na een ongeluk

Slide 19 - Quizvraag

waarom leg je het hoofd als laatste iets achterover als iemand stabiel ligt?
A
dan ligt hij lekkerder
B
dan maak je de luchtwegen open
C
dan kan hij makkelijker braken
D
dan kan ik de ademhaling in de gaten houden

Slide 20 - Quizvraag

Pleisterkaart
Je hebt je roze boek nodig: dienstverlenende werkzaamheden.
Bladzijde 80 pleisterkaart
Oefen de verschillende pleisters

Slide 21 - Tekstslide