haben, sein & werden + regelmatige en modale ww + vd

haben, sein & werden
Grammatik
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

haben, sein & werden
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Alles zusammen
haben, sein oder werden?

Slide 2 - Tekstslide

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
ist
C
wird
D
hat

Slide 3 - Quizvraag

Wo .............. du deine Tasche versteckt?
A
habt
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 4 - Quizvraag

Frau Meier, wie alt .............Sie nächste Woche?
A
sind
B
werden
C
haben
D
wirst

Slide 5 - Quizvraag

Warum ................ ihr um acht Uhr weggegangen ?

Slide 6 - Open vraag

Das Baby .............. einen schönen Namen. Nicht wahr?

Slide 7 - Open vraag

Mit wem ............... ihr nach Hamburg gehen?

Slide 8 - Open vraag

............... du Zeit für mich?

Slide 9 - Open vraag

Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .

Slide 10 - Open vraag

.................. du müde?

Slide 11 - Open vraag

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 12 - Open vraag

.............. Sie mich heute Nachmittag anrufen (=bellen)?

Slide 13 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........ nass.

Slide 14 - Open vraag

Modale werkwoorden
Vul de juiste vorm in.

Slide 15 - Tekstslide

Der Mann ... (können) mich nicht sehen.

Slide 16 - Open vraag

... (wissen) du die Antwort?

Slide 17 - Open vraag

Hier ... (dürfen) wir nicht rauchen.

Slide 18 - Open vraag

Die Lehrerin sagt: ihr ... (müssen/sollen) die Hausaufgaben machen!

Slide 19 - Open vraag

Ich ... (mögen) Schokolade.

Slide 20 - Open vraag

Herr Schneider, ... (wollen) Sie ein Eis?

Slide 21 - Open vraag

Das Mächen hat Hunger. Sie ... (müssen) etwas essen.

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent dürfen?

Slide 23 - Open vraag

Regelmatige ww + vd
Vul de juiste vorm in.

Slide 24 - Tekstslide

Ihr ... (rechnen) sehr lange.

Slide 25 - Open vraag

Er ... (melden) sich beim Schulleiter.

Slide 26 - Open vraag

... (tanzen) du gerne?

Slide 27 - Open vraag

Wir ... (machen) unsere Hausaufgaben.

Slide 28 - Open vraag

Wo ... (arbeiten) ihr?

Slide 29 - Open vraag

Die Kinder ... (zeichnen).

Slide 30 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'machen'

Slide 31 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'studieren'

Slide 32 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'baden'

Slide 33 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'werden'

Slide 34 - Open vraag

Voltooid deelwoord van 'sein'

Slide 35 - Open vraag

1e en 4e naamval
Vul de juiste vorm in.

Slide 36 - Tekstslide

Welke zinsdelen horen bij de eerste naamval?

Slide 37 - Open vraag

Welke zinsdelen horen bij de vierde naamval?

Slide 38 - Open vraag

Ich kenne ... Lehrer (m).
A
der
B
die
C
den
D
das

Slide 39 - Quizvraag

... Farbe (v) magst du?
A
Welche
B
Welcher
C
Welchen
D
Welches

Slide 40 - Quizvraag

Wir essen ... Tag (m) einen Apfel.
A
jede
B
jeden
C
jedes
D
jeder

Slide 41 - Quizvraag

... Vater ist ein Lehrer.
A
meinen
B
meine
C
mein
D
meiner

Slide 42 - Quizvraag

... Schüler (mv) sind anwesend.
A
alle
B
all
C
allen
D
aller

Slide 43 - Quizvraag

... Mutter ist 50 Jahre alt.
A
sein
B
seiner
C
seine
D
seinen

Slide 44 - Quizvraag

... Schlüssel (m) gibt er mir.
A
der
B
die
C
das
D
den

Slide 45 - Quizvraag