In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
RUIMTE
Beeldende begrippen
Periode 2
Klas 1 HV
Slide 1 - Tekstslide
Ruimtesuggestie
Ruimtesuggestie is een speciale kunstvorm. Bij deze kunstvorm tekenen/schilderend de kunstenaar zo, dat er diepte te zien is in het kunstwerk. Een ruimtesuggestie laat dus extra diepte in het schilderij zien vaak op een plat vak.
Slide 2 - Tekstslide
Overlapping
Bij overlapping ontstaat er diepte doordat een object gedeeltelijk voor een ander object staat. We weten daarom dat het object verder weg staat.
Slide 3 - Tekstslide
Afsnijding
Vorm van ruimtesuggestie waarbij een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden dat buiten het kader(rand) van het beeldvlak valt. De ruimte lijkt hierdoor verder te gaan buiten het beeldvlak.
Slide 4 - Tekstslide
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Afsnijding
Slide 5 - Quizvraag
Groot voor -klein achter
Voorwerpen op de voorgrond zijn groot afgebeeld. Voorwerpen die verder weg op de afbeelding staan moeten kleiner afgebeeld worden. Hierdoor ontstaat een indruk van diepte (ruimtesuggestie).
Slide 6 - Tekstslide
Atmosferisch perspectief
Ruimtesuggestie door middel van kleur en vorm. Hier spreek je van als in een landschap alles naar de horizon toe steeds kleiner en vager van kleur wordt.
Slide 7 - Tekstslide
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Groot-klein
C
Atmosferisch perspectief
Slide 8 - Quizvraag
Textuur
De zichtbare en voelbare aard van een oppervlak.
Voorbeelden van texturen zijn: harig, stekelig, bobbelig.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe noemen we het als voorwerpen voor en achter elkaar staan?
Slide 10 - Open vraag
Welke vormen van ruimtesuggestie zien we hier?
A
Afsnijding &
atmosferisch perspectief
B
Atmosferisch perspectief & overlapping
C
Afsnijding &
groot-klein
D
Overlapping & Textuur
Slide 11 - Quizvraag
Welke vormen van ruimtesuggestie zie je in dit schilderij? Tip: er zitten er meerdere in
Slide 12 - Open vraag
Vrijstaand
Als je om een beeld aan alle kanten er omheen kunt lopen.
Slide 13 - Tekstslide
Kikvorsperspectief
Van een laag standpunt bekijk je iets. Je ziet dus alles van onderaf. De horizon is erg laag vanuit een laag standpunt.
Slide 14 - Tekstslide
Vogelvluchtperspectief
Van een hoog standpunt bekijk je iets. Je ziet dus alles van bovenaf. De horizon is erg hoog vanuit een hoog standpunt. Voorbeelden zijn landkaarten en plattegronden.
Slide 15 - Tekstslide
Welk perspectief past bij de afbeelding?
A
Kikvorsperspectief
B
Vogelvluchtperspectief
Slide 16 - Quizvraag
Repoussoir
Repoussoir betekent letterlijk terugduwen. Aan de voorkant van een werk zijn donkere vormen te zien waardoor het lijkt alsof je een ‘doorkijkje’ hebt.
Slide 17 - Tekstslide
Verkorting
De schilder neemt een standpunt vanuit ooghoogte waardoor vormen korter lijken dan ze in werkelijk zijn. Er ontstaat een vreemd perspectief. Bijvoorbeeld als iemand zijn hand naar je uitsteekt.