Een recensie schrijven

Een recensie schrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Recensie
Kenmerken?

Slide 3 - Tekstslide

Verplichte onderdelen
  1. feitelijke beschrijving (wat is het, waarover gaat het, wie is de maker, voor welk publiek geschikt, etc.)
  2. wat is jouw respons (jouw mening of oordeel: wat doet het met jou en waarom?)

Slide 4 - Tekstslide

Het schrijfplan
  • Je gaat een recensie van minstens 500 woorden schrijven
  • Je hanteert een indeling in drieën, namelijk een inleiding, kern en een slot
  • In de inleiding: je geeft hier een beschrijving van hetgeen je gaat recenseren en je standpunt
  • In de kern:  geef je twee argumenten op basis van criteria(zie vakboek blz. 45): Kies er twee uit deze: structuurcriterium, realiteitscriterium, cognitief criterium, emotief criterium, moreel criterium en geef je een tegenargument + een weerlegging van het tegenargument
  • In het slot: geef je je evaluatie en je eindoordeel

Slide 5 - Tekstslide

kern:
alinea 2: argument 1 (criterium 1)
Je kiest een criterium en werk dat uit volgens S EX I:
tate it: je geeft de kern van je argument
ex plain it: je legt je argument duidelijk uit
i llustrate it: je geeft voorbeelden (uit je boek film, enz.)
Lees en gebruik je recensies, zodat je weet waarop je kunt letten. 

Slide 6 - Tekstslide

kern:
alinea 3: argument 2 (criterium 2)
Je kiest nog een criterium en werkt dat uit volgens S EX I:
s tate it: je geeft de kern van je argument
ex plain it: je legt je argument duidelijk uit
i llustrate it: je geeft voorbeelden (uit je boek film, enz.)

Slide 7 - Tekstslide

kern
alinea 4: tegenargument + weerlegging
Wat doe je hier? Denk na over het volgende:
er zijn natuurlijk altijd mensen die het niet met jou standpunt eens zullen zijn. Je verplaatst je in hen en beschrijft wat zij zullen vinden. Gebruik hiervoor je recensies.
Vervolgens ga jij dat weerleggen: je spreekt ze dus a.h.w. tegen en legt uit dat ze het niet bij het rechte eind hebben. Jij hebt ten slotte gelijk ; )

Slide 8 - Tekstslide

slot
alinea 5: 
In deze alinea geef je een evaluatie aan de hand van je beschreven criteria en je eindoordeel. Je probeert je lezer in positieve (of in negatieve) zin te beïnvloeden. Je eindigt met een pakkende zin (uitsmijter).
De cirkel is nu rond: je bent weer aangeland bij wat je in de inleiding al hebt gezegd.

Slide 9 - Tekstslide

Het schrijfplan
Je vult het in met kernwoorden.
Je schrijft geen complete zinnen.
Gebruik daarom werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en evt. bijvoeglijke naamwoorden + getallen.

Dit is de basis voor je tekst.

Slide 10 - Tekstslide