Les 9: de recensie, het schrijfplan GIEI

Les 9: de recensie, het schrijfplan, zelf een recensie schrijven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 61 min

Onderdelen in deze les

Les 9: de recensie, het schrijfplan, zelf een recensie schrijven

Slide 1 - Tekstslide

  • Programma:
  •  10 minuten lezen in je leesboek
  • Huiswerk bepreken: opdracht 21 (blz. 54)
  • Vragen over de theorie uit het vakboek over de recensie 3.7
  • Uitleg bij het schrijfplan (recensie)
  • Aan de slag: je krijgt een schrijfplan voor het maken van een recensie en maakt opdracht 22 (blz. 54). De tekst schrijf je in Google Classroom.  Let op: de tekst is minstens 300 woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk: opdracht 21
21a
In een recensie wordt een kunstuiting besproken aan de hand van enkele beoordelingscriteria. Een recensie is altijd subjectief. Recensies hebben vaak een indeling in vieren: beschrijving, vergelijking, analyse en interpretatie, evaluatie en eindoordeel.
Een recensie is prettig leesbaar, geschreven in een persoonlijke stijl en er worden voorbeelden uit het gelezen/bekeken werk genoemd.
.


Slide 3 - Tekstslide

b
In deze recensie wordt een film besproken aan de hand van enkele beoordelingscriteria (realiteitscriterium bijvoorbeeld) en is dus subjectief. Deze recensie kent een driedeling: alinea 1 en 2 vormen een beschrijving, alinea 4 en 5 vormen een analyse en interpretatie en alinea 6, 7 en 8 vormen evaluatie en eindoordeel. De vergelijking ontbreekt. De recensie is prettig leesbaar, geschreven in een persoonlijke stijl en er worden voorbeelden uit de film genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Een recensie is
A
objectief
B
subjectief

Slide 5 - Quizvraag

In een recensie bespreek je
A
een recept
B
een reclametekst
C
een kunstuiting
D
een nieuwsbericht

Slide 6 - Quizvraag

Een criterium voor een recensie noem je ook wel
A
een mening
B
een emotie
C
een retorisch middel
D
een beoordelingspunt

Slide 7 - Quizvraag

Bij een moreel criterium gaat het erom dat de recensent
A
de opvattingen van de schrijver t.a.v. goed en kwaad onderzoekt
B
de vraag stelt of het werk origineel is
C
ingaat op de vraag of de opbouw goed is
D
ingaat op de vraag of het werk een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid

Slide 8 - Quizvraag

De recensie & het schrijfplan 

Bedenk allereerst door welke film, serie, game of welk gedicht, lied of boek jij je gelukkig kunt voelen.

Slide 9 - Tekstslide

Het schrijfplan
  • Je gaat een recensie van minstens 300 woorden schrijven
  • Je hanteert een indeling in drieën, namelijk een inleiding, kern en een slot
  • In de inleiding: je geeft hier een beschrijving van hetgeen je gaat recenseren en je standpunt
  • In de kern:  geef je twee argumenten op basis van criteria(zie vakboek blz. 45): Kies er twee uit deze: structuurcriterium, realiteitscriterium, cognitief criterium, emotief criterium, moreel criterium en geef je een tegenargument + een weerlegging van het tegenargument
  • In het slot: geef je je evaluatie en je eindoordeel

Slide 10 - Tekstslide

kern:
alinea 2: argument 1 (criterium 1)
Je kiest een criterium en werk dat uit volgens S EX I:
tate it: je geeft de kern van je argument
ex plain it: je legt je argument duidelijk uit
i llustrate it: je geeft voorbeelden (uit je boek film, enz.)

Slide 11 - Tekstslide

kern:
alinea 3: argument 2 (criterium 2)
Je kiest nog een criterium en werkt dat uit volgens S EX I:
s tate it: je geeft de kern van je argument
ex plain it: je legt je argument duidelijk uit
i llustrate it: je geeft voorbeelden (uit je boek film, enz.)

Slide 12 - Tekstslide

kern
alinea 4: tegenargument + weerlegging
Wat doe je hier? Denk na over het volgende:
er zijn natuurlijk altijd mensen die het niet met jou standpunt eens zullen zijn. Je verplaatst je in hen en beschrijft wat zij zullen vinden.
Vervolgens ga jij dat weerleggen: je spreekt ze dus a.h.w. tegen en legt uit dat ze het niet bij het rechte eind hebben. Jij hebt ten slotte gelijk ; )

Slide 13 - Tekstslide

slot
alinea 5: 
In deze alinea geef je een evaluatie aan de hand van je beschreven criteria en je eindoordeel. Je probeert je lezer in positieve (of in negatieve) zin te beïnvloeden. Je eindigt met een pakkende zin (uitsmijter).
De cirkel is nu rond: je bent weer aangeland bij wat je in de inleiding al hebt gezegd.

Slide 14 - Tekstslide

Het schrijfplan
Je vult het in met kernwoorden.
Je schrijft geen complete zinnen.
Gebruik daarom werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en evt. bijvoeglijke naamwoorden + getallen.

Dit is de basis voor je tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf je tekst
Lever de tekst in in de inlevermap 'Recensie opdracht 22' in Google Classroom.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk voor dinsdag 17-12
  • Maak je  recensie helemaal af en lever hem in in Google Classroom.
  • Log in bij de online bibliotheek en zoek op Literom twee recensies bij het boek dat je hebt gelezen.
  • Download de twee recensies en zorg er ook voor dat je weet waar en wanneer ze gepubliceerd zijn.
  • Lever de twee recensies bij je boek in. Waar? Google Classroom, inlevermap 'Literom twee recensies'. 


Slide 17 - Tekstslide