DOEL: Vandaag gaan we fragmenten of ‘artikels’ lezen uit het kinderrechtenverdrag. We gaan op zoek in de tekst naar de betekenis van de belangrijke woorden en bedenken titels bij de artikels.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
T5-les6: Recht op de juiste betekenis
1. Samenstellingen en afleidingen
Hoe weten we de betekenis van de woorden?
Afleiding of samenstelling?
DOEL: Vandaag gaan we fragmenten of ‘artikels’ lezen uit het kinderrechtenverdrag. We gaan op zoek in de tekst naar de betekenis van de belangrijke woorden en bedenken titels bij de artikels.
Slide 1 - Tekstslide
2. Het kinderrechtenverdrag
WB p. 27-28
Partnerwerk --> Oef 1 - 2
Hoe betekenis woorden gevonden?
Wat is kinderrechtenverdrag?
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
3. Allemaal artikels
Wb p. 28-31
Even overlopen....
G1: oef 3-4 met juf
G2: oef 3-4, *5 en *6
G3: oef 4 , 5 en *6
Slide 3 - Tekstslide
Wat je mag doen en mag hebben.
A
het recht
B
de milieuvervuiling
C
de gevangenisstraf
D
de traditie
Slide 4 - Quizvraag
De omgeving is vervuild en daardoor niet meer gezond.
A
recht
B
de milieuvervuiling
C
kinderrechten
D
verzorgen
Slide 5 - Quizvraag
Goed zorg dragen voor, niet mishandelen of verwaarlozen.
A
het recht
B
de milieuvervuiling
C
kinderrechten
D
verzorgen
Slide 6 - Quizvraag
Samenwonen met elkaar, niet gescheiden.
A
het samenleven
B
rechten schenden
C
de traditie
D
verzorgen
Slide 7 - Quizvraag
Geen rekening houden met iemands rechten.
A
samenleven
B
de verzorging
C
de rechten schenden
D
de mening
Slide 8 - Quizvraag
Groep ministers die het land bestuurt.
A
de regering
B
de natie
C
het samenleven
D
folteren
Slide 9 - Quizvraag
Het land.
A
de regering
B
De kinderrechten
C
het samenleven
D
de natie
Slide 10 - Quizvraag
Iemand lichamelijk straffen op een onmenselijk wrede manier.
A
de regering
B
folteren
C
de genvangenisstraf
D
de natie
Slide 11 - Quizvraag
Een afspraak op papier gemaakt door de regering van een land.
A
de regering
B
de wet
C
het verdrag
D
het recht
Slide 12 - Quizvraag
Opgesloten worden, beroofd worden van je vrijheid.
A
de gevangenisstraf
B
de wet
C
de beloning
D
het recht
Slide 13 - Quizvraag
Een wet afgesproken tussen verschillende landen.
A
de gevangenisstraf
B
de wet
C
Het verdrag
D
het recht
Slide 14 - Quizvraag
Een vaste gewoonte, iets wat je steeds op dezelfde manier doet.