In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van de les ...
- kun je jezelf 5 vragen stellen om te bepalen of een tekst betrouwbaar is.
Slide 2 - Tekstslide
Lezen 1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid
Terugblik vorige les
Voorkennis ophalen betrouwbaarheid
Uitleg Lezen 1.3
Opdrachten maken
Evaluatie lesdoelen
Slide 3 - Tekstslide
Waar kijk je, onder andere, naar om te kijken of een tekst betrouwbaar is?
A
Of de bron op social media zit
B
Of de tekst een titel heeft
C
Of de schrijver volwassen is
D
Of een tekst actueel is
Slide 4 - Quizvraag
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
Daarom moet je een tekst lezen.
Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op de , de en het van de tekst.
bron
schrijver
kritisch
doel
titel
lettertype
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Opdr. 3 Bekijk het filmpje. Hoe komt het dat het tegenwoordig zo moeilijk is om onderscheid te maken tussen nepnieuws en echt nieuws?
A
Mensen vinden dat ze genoeg informatie krijgen, maar willen geen tijd besteden aan het controleren van feiten.
B
Onze hersenen zijn niet aangepast op de grote hoeveelheid informatie die we tegenwoordig binnenkrijgen.
C
Er zijn tegenwoordig zo veel informatiestromen, dat het niet meer te controleren valt of iets nepnieuws of echt nieuws is.
Slide 10 - Quizvraag
Volgens Margriet zijn onze hersenen eigenlijk lui. Wat is daarvan het gevolg?
A
Als we de informatie herkennen en het goed voelt, geloven we het al snel.
B
We denken niet meer na over de informatie die we krijgen en geloven alles.
C
Omdat we denken dat we alles al weten en kennen, voelen we ons beter.
Slide 11 - Quizvraag
Sonia vertelt dat ze slachtoffer is geworden van nepnieuws over een 5G-mast. De makers van dat nepnieuws wisten Sonia vooral te overtuigen door
A
heel veel feiten te noemen.
B
veel mensen erover te laten vertellen.
C
in te spelen op haar emoties.
Slide 12 - Quizvraag
Margriet noemt vervolgens nog een manier waarop makers van nepnieuws je makkelijk laten geloven dat nieuws waar is. Welke?
A
iets wat heel moeilijk te begrijpen is, heel uitgebreid uitleggen.
B
laten zien dat toeval niet bestaat en dat overal een verklaring voor is.
C
een simpele verklaring geven voor dingen die om je heen gebeuren.
Slide 13 - Quizvraag
Sonia zegt: ‘Je denkt, als ik iets op video zie, dan klopt het, want ik zie het met mijn eigen ogen.’ Hoe laten de makers van het filmpje zien dat dat niet zo is?
Slide 14 - Open vraag
Wat wil Margiet aantonen met het voorbeeld van het tennisracket en de bal?
A
hoe makkelijk het is om mensen te beïnvloeden door ze een goed gevoel te geven
B
hoe je door snel denken en handelen kunt vaststellen of je iets kunt geloven of niet.
C
hoe je mensen kunt laten denken dat iets waar is, door ze af te leiden met iets anders.
Slide 15 - Quizvraag
Aan het eind van het filmpje geven Sonia en Margriet allebei een tip. Noteer ze beide.
Slide 16 - Open vraag
Lezen, luisteren, kijken 1.3
Ga naar Lezen, luisteren, kijken
Klik op 1.3 Betrouwbaarheid en bruikbaarheid
Maak opdracht 1, 2 en 4 (Opdracht 3 hebben we samen gemaakt).