Begeleiden van nieuwe collega's, stagiaires en vrijwilligers

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik..
  • Welke eigenschappen nodig zijn om een nieuwe collega/leerlingen/stagiaire te begeleiden
  • De vier verschillende leerstijlen te kunnen benoemen en voorbeelden te geven
  • Welke stappen nodig zijn om een nieuwe collega/stagiaire in te werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkbegeleiding 
In het werk als verzorgende/MZ begeleid je niet alleen de zorgvrager en diens relaties, je bent ook voortdurend bezig met opleiden, begeleiden, instrueren en coachen richting leerlingen, stagiaires, collega’s en vrijwilligers.

 
Dat betekent dat je je steeds bewust moet zijn van hoe het ‘leerklimaat’ op je werk is, en hoe je dit als verzorgende goed kunt benutten. Het vraagt ook om didactische – en communicatieve vaardigheden, en niet onbelangrijk, het goed kennen van jezelf en de leerling die je begeleidt.

Slide 3 - Tekstslide

De werkbegeleider heeft drie rollen: opleider, begeleider en beoordelaar. 

In de rol van begeleider dient de werkbegeleider de student in zijn/haar leerproces te:
Stimuleren;
Motiveren;
Coachen.

Vier type werkbegeleiders
de helper;
de kritische collega;
de docent;
de collega.

Slide 4 - Tekstslide

Om te weten wat medewerkers motiveert, is het goed om te weten:
Wat medewerkers energie geeft.
Welke bronnen zij aanboren.
Wat hun kwaliteiten en talenten zijn.
Wat hun behoeften zijn.
Waardoor hun motivatie vermindert 
Wat vind jij belangrijke eigenschappen bij een werkbegeleider

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

richtlijnen van de organisatie m.b.t. inwerken
bespreken van de wederzijdse verwachtingen
        (zoals beroepshouding, privacy, cultuur)
manier van leren van de nieuwe medewerker (en van jou)
afstemmen van de begeleiding op de leerbehoefte
wederzijds feedback geven aan elkaar en reflectere
Fase's in de werkbegeleiding
- Introductie
- Beginsituatie 
- Planning
- Begeleiding
- Nabespreken en evalueren
- Beoordeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denker
Dromer
Beslisser
Doener
Heeft ruimte nodig voor het stellen van vragen
Wil zelf conclusies trekken
Heeft tijd nodig voor reflectie
Heeft behoefte aan afwisseling

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Handleidingen 
Protocollen 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er allemaal van belang bij het inwerken van een nieuwe collega

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze stappen zijn van belang wanneer je coachend instructie geef
A
introduceer en check aanwezige kennis
B
stel doelen op
C
demonstreren en oefenen
D
plan do check act

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een passende begeleidingsvorm
Wat is het? hoe doe ik het? waarom handel ik zo?
Begeleidingstechniek:
  • Motiveren; 
  • Stimuleren;
  • Positieve benadering.

Begeleidingsstijl
Autocratisch; taakgerichte manier van begeleiden waarbij de begeleider het begeleidingsplan bepaalt, zorgt voor de uitvoering en verwacht dat de cliënt precies datgene doet wat de begeleider vraagt..
Autoritair​; Houdt strikte controle middels het geven van instructies. Bepaalt het doel, de weg ernaar toe en uitvoering. Bewaakt doelbewust de uitvoering van al het werk. 
Democratisch​; op de mens gerichte begeleidingsstijl gericht op de mens die taken moet verrichten, vooral gericht op motivatie en welbevinden.
Laissez faire; stijl van begeleiden waarbij de cliënt een grote vrijheid heeft en veel eigen inbreng en waarbij de begeleider nauwelijks persoonlijke invloed uitoefent.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch begeleiden op de werkplek
doelgericht
Het begeleidingsproces richt zich op het behalen van leerdoelen. Wat is het uiteindelijke doel. 

bewust
De begeleiding is op maat en bewust gekozen. De werkbegeleider kijkt naar wat een nieuwe collega, stagiaire of vrijwilliger nodig heeft en naar de situatie.

procesmatig
De nieuwe collega, stagiaire of vrijwilliger doorloopt een leerproces. Als werkbegeleider sluit je hierop aan. Je houdt het leerproces in de gaten en stuurt waar nodig bij. Mogelijk moeten de leerdoelen worden aangepast.

systematisch
Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden in de praktijk, werk je volgens vaste afspraken. Je werkt stap voor stap naar meer zelfstandigheid. Verder zijn er afspraken over de werkbegeleiding, gesprekken en beoordeling.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze stappen zijn van belang wanneer je coachend instructie geef
A
introduceer en check aanwezige kennis
B
stel doelen op
C
demonstreren en oefenen
D
plan do check act

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van een begeleider?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de rol van een beoordelaar?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Feedback
- Is noodzakelijk om te kunnen blijven ontwikkelen en groeien

Positieve Feedback --> Waar ben je goed in
Opbouwende Feedback -->  Ontdekken van leerpunten

Cruciaal is vertrouwen en respect

Slide 26 - Tekstslide

Zorg voor een rustige omgeving waar je niet gestoord wordt.
Neem de tijd.
Geef geen feedback als anderen erbij zijn.
Informeer of de ander ervoor openstaat, kies het juiste moment.
Spreek in de ik-vorm: het is jouw mening, anderen kunnen anders denken.
Beschrijf concreet gedrag: ‘Ik zag, hoorde, voelde…’, geef nooit via iemand anders feedback.
Richt je alleen op veranderbaar gedrag.
Speel niet op de persoon.
Wees eerlijk en niet emotioneel.
Geef aan welk effect het gedrag op jou heeft; begin positief.
Ga na of de ander je begrijpt.
Vertel wat jij anders zou willen, probeer afspraken te maken.

Slide 27 - Video

Feedback krijgen is een cadeautje, zeggen sommige mensen. Toch voelt dat niet altijd zo. Ook voor het ontvangen van feedback zijn regels en tips die je kunnen helpen:
Vat wat je hoort niet op als een persoonlijke aanval; zie het als een mogelijkheid om te leren.
Luister goed en ga niet in de verdediging; je hoeft het niet eens te zijn met de ander.
Sta open voor de ander: stel open vragen, neem de tijd.
Luister goed, zorgvuldig en actief (LSD=luisteren, samenvatten, doorvragen).
Controleer of je de ander begrijpt.
Vertel eerlijk hoe je de feedback ervaart.
Vertel wat je wel of niet gaat veranderen en waarom; maak afspraken.
Bedank de ander voor zijn feedback.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflecteren
  • Terugblikken op je eigen handelen en ervaringen

  • Daarover nadenken

  • Nieuwe keuzes maken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorlopend proces
Je bent dus nooit klaar met reflecteren! 

Door het nu regelmatig bewust te doen, zul je merken dat het op een gegeven moment vanzelf gaat bij alles wat je doet. 
 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom? 
Door reflectie
  • vergroot je je zelfkennis. 
  • krijg je inzicht in waar je kunt verbeteren en waar je al goed in bent.
  • ga je herkennen wat wel en niet werkt, voor jou en anderen.
  • leer je zien hoe anderen op jou reageren.



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips 
https://www.nursing.nl/vijf-tips-voor-het-begeleiden-van-stagiairs-tvvart100458w/ 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies