NU Ned 1F2F A lezen H4 4.3 Betoog

Leesvaardigheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4
Teksten met meningen lezen

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf
4.3 Betoog

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
Een betoog lezen en herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je herkent een betoog
- Je weet hoe de schrijver je probeert te overtuigen

Slide 5 - Tekstslide

Betoog:
In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn gelijk. Hij/zij doet dat door duidelijk zijn mening te geven en argumenten voor deze mening te gebruiken. 

Slide 6 - Tekstslide

Een betoog met argumenten

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld van een betoog
Ingezonden brieven in de krant zijn bekende voorbeelden van een betoog. Iemand schrijft bijvoorbeeld ‘Mensen moeten hun hond beter opvoeden.’ 
Die mening is dan de hoofdgedachte van de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Vervolgens geeft de schrijver argumenten voor zijn mening

‘In mijn park zie ik honden tegen mensen opspringen, die daar niet van gediend zijn.’ Of ‘Ik zie honden naar joggers happen.’

Slide 9 - Tekstslide

Het slot van een betoog is vaak een conclusie: een herhaling van de hoofdgedachte. 

Bijvoorbeeld: ‘Kortom, hondenbezitters moeten hun hond opvoeden.’

Slide 10 - Tekstslide

Een goede betoog
Vraag je bij een betoog altijd af of de schrijver niet een te eenzijdig beeld geeft van de werkelijkheid. Soms wil een schrijver je namelijk zo graag overtuigen, dat hij alleen de argumenten noemt die passen bij zijn mening. 
Dit zijn geen goede betogen.

Slide 11 - Tekstslide

Samengevat ziet een tekst met een betoog er als volgt uit:
Inleiding: de mening van de schrijver; het noemen van de hoofdgedachte
Middenstuk: argumenten voor die mening
Slot: een conclusie door het noemen van de hoofdgedachte (mening). Hierin worden meestal nog eens de beste argumenten kort samengevat.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel van iemand die een betoog schrijft?

Slide 13 - Open vraag

Een betoog is
A
een fictieve tekst
B
een informatieve tekst
C
een overtuigende tekst
D
een activerende tekst

Slide 14 - Quizvraag


Wat is een betoog? Een betoog is een ...
A
Tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
Tekst waarin iemand je probeert te overtuigen om iets te doen
C
Tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
Tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Slide 15 - Quizvraag

Betoog
A
Eigen mening met argumenten
B
opsomming met doe-woorden
C
opvallende tekst met een plaatje

Slide 16 - Quizvraag

Betoog

Hij schreef een betoog over de straf.
A
tekst om iemand te amuseren
B
tekst om iemand over te halen
C
tekst om iemand te instrueren
D
tekst om iemand te overtuigen

Slide 17 - Quizvraag

Leren voor het centraal examen
- Je herkent een betoog
- Je weet hoe de schrijver je probeert te overtuigen

Slide 18 - Tekstslide