Bloeddruk meten

Bloedruk meten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medisch Technisch HandelenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bloedruk meten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen LO3
  •  ken je het doel van het meten van de bloeddruk
  •  weet je welke twee waardes bij de bloeddruk horen
  •  weet je wat je nodig hebt om de bloeddruk te kunnen meten
  •  weet je hoe je een bloeddruk moet weten
  •  weet je wat een bloeddruk uitslag betekend

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer/ waarom zal de bloeddruk gemeten worden?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat heb je nodig om de bloeddruk te kunnen meten?
  • Bloeddrukmeter
  • Stethoscoop
  • Gaasje
  • Alcohol 70%
  • Pen en papier

Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens het bloeddrukmeten?
1: de bloeddrukband drukt het bloedvat helemaal dicht
                                                 
2: het bloed in de slagader heeft net genoeg kracht om door de band heen te gaan. Je hoort de eerste slag. Je meet nu de bovendruk (SYSTOLE).

3: het bloed kan weer "normaal" door het bloedvat stromen. Je hoort de laatste slag. Je meet nu de onderdruk (DIASTOLE).


Slide 6 - Tekstslide

De juiste plaats van de bloeddrukband
We meten aan de linkerarm

Slide 7 - Tekstslide

Voordat we gaan meten:
  • Is er de laatste 5 minuten lichamelijke inspanning geweest
  • Let erop dat de mouw de bovenarm niet afknelt.
  • Aangeven dat er tijdens het meten niet gesproken mag worden
  • De patiënt mag niet met gekruiste benen zitten

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddrukmeting

Slide 9 - Tekstslide

Wat zegt de uitslag?
Optimaal
RR 120/80 mmHg
Hoge bloeddruk
Hypertensie
RR 140/90 mmHG
Lage bloeddruk
Hypotensie
RR 90/60 mmHg

Slide 10 - Tekstslide

Maak de opdrachten van Leren Onderzoeken 3

Slide 11 - Tekstslide