In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Programme pour la leçon 8
Aujourd'hui (=vandaag) :
- Révision du verbe "faire"
- Corriger les devoirs (B, C, D, E)
-Deuxième partie du Passé Composé
- Quizlet live voca 1-3
- D'accord > Chapitre 1 > 1.1 > 2+3+4
mercredi 9 mars
Slide 2 - Tekstslide
Even een terugblik op de vorige les.
Qu'est-ce que c'est "Faire":
A
Maken/ Doen
B
Doen/ Zeggen
C
Gaan/ Doen
D
Hebben/ Zijn
Slide 3 - Quizvraag
Faire
A
verbe régulier
B
verbe irrégulier
Slide 4 - Quizvraag
nous ____ (faire)
A
fairons
B
fons
C
faisons
D
faites
Slide 5 - Quizvraag
je ____ (faire)
A
faire
B
fais
C
fait
D
faise
Slide 6 - Quizvraag
Wat is GEEN vorm van faire?
A
je fais
B
vous faisez
C
nous faisons
D
ils font
Slide 7 - Quizvraag
Even een terugblik op de vorige les.
Qu'est-ce que c'est "Le Passé Composé"? :
A
De verleden tijd
B
De tegenwoordige tijd
C
De voltooid tegenwoordige tijd
D
De toekomstige tijd
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoeveel werkwoorden heb je ALTIJD nodig bij het maken van een passé composé?
A
een
B
twee
C
drie
D
passé composé? huh?
Slide 10 - Quizvraag
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord = voltooid tegenwoordige tijd
Let op! Het voltooid deelwoord van een werkwoord op -er eindigt altijd op -é.
Hulpwerkwoord
voltooid deelwoord
voltooid tegenwoordige tijd
J'ai
J'ai
J'ai
Tu as
écouter > écouté
parler > parlé
avoir > eu
prendre> pris
J'ai écouté
J'ai parlé
J'ai eu
Tu as pris
Slide 11 - Tekstslide
Corriger ensemble/ Samen nakijken
EXERCICE B, C, D, E
Kijk bij je buurman/-vrouw of jullie dezelfde antwoorden hebben. Bespreek de eventuele verschillen en probeer erachter te komen wie waarschijnlijk gelijk heeft. (Bij twijfel: levez la main!)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
La négation et le passé composé
NE
PAS
HULPWERKWOORD
Slide 14 - Tekstslide
Hoe ziet de juiste ontkenning er nu uit?
A
Il n'a pas regardé la télé
B
Il ne pas a regardé la télé.
C
Il a regardé ne pas la télé.
D
Il a ne regardé pas la télé.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Les buts d'aujourd'hui
Aan het einde van deze les kunnen jullie:
De uitzonderingen être, avoir, prendre en faire in de p.c. zetten (de onregelmatige werkwoorden)
ÊTRE als hulpwerkwoord gebruiken in de p.c.
Slide 19 - Tekstslide
Attention!!! (Let op!!)
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:
Het hulpwerkwoord blijft wel avoir.
Bijv: Ik heb een cadeau gehad = J'ai eu un cadeau
avoir = eu
être = été
faire = fait
prendre= pris
Slide 20 - Tekstslide
Maintenant
Faire(=maken):
Exercices F et G (pages 15 et 16 du supplément)
En silence! 5 minutes!!
(Echt in stilte en zélf nadenken/doen, straks gaan we overleggen)
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Mais, il y a aussi...
!!! Le PC avec être !!!
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Comparez...
j'ai regardé je suis tombé(e)
tu as regardé tu es tombé(e)
il a regardé il est tombé
elle a regardé elle est tombée
on a regardé on est tombé
nous avons regardé nous sommes tombé(e)s
vous avez regardé vous êtes tombé(e)(s)
ils ont regardé ils sont tombés
elles ont regardé elles sont tombées
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Le PC avec être
- Accord avec le sujet (aanpassen aan het onderwerp vd zin):
--> mannelijk enkelvoud: + /
--> vrouwelijk enkelvoud: + e
--> mannelijk meervoud: + s
--> vrouwelijk meervoud: + es
!!! mannelijk EN vrouwelijk meervoud samen? = mannelijk !
Slide 29 - Tekstslide
Passé compose met hulpwerkwoord être
Je kunt de verschillende uitgangen (bij het voltooid deelwoord met hulpwerkwoord être) ook zo noteren:
Enkelvoud
Meervoud
Mannelijk
-
+s
Vrouwelijk
+e
+es
Slide 30 - Tekstslide
Babette ... à la gare. (arriver = aankomen)
A
est arrivée
B
est arrivé
C
est arrivées
D
est arrivés
Slide 31 - Quizvraag
Kim et Sophie ... au supermarché. (aller = gaan)
A
ont allé
B
ont allés
C
sont allés
D
sont allées
Slide 32 - Quizvraag
Nicolas (rester) à la maison. (rester = blijven) seulement les verbes...
Slide 33 - Open vraag
Hulpwerkwoord AVOIR
Hulpwerkwoord ÊTRE
mangé
tombé
donné
arrivé
eu
fait
pris
allé
resté
parlé
Slide 34 - Sleepvraag
Oublier/ Oublié
A
être: Je suis oublié
B
avoir: J'ai oublié
Slide 35 - Quizvraag
Avez- vous des questions? C'est clair pour tout le monde?
Slide 36 - Open vraag
quizlet.com
Slide 37 - Link
D'ACCORD
Chapitre 1 > 1.1 > 2 + 3 + 4
Slide 38 - Tekstslide
Les devoirs pour mardi 15 mars
Faire :
- Supplément, p. 16 + 17 : exercices F + G + H + I
- Chapitre 1 > 1.1 > 2 + 3 + 4
Apprendre :
- Supplément p.13-17: le passé composé
- Quizlet : voca 1-4 + 1-5 NL => FR
Slide 39 - Tekstslide
Eerder klaar?
Ga naar VERBUGA.EU
In de linkerkolom zet je vinkje voor Passé Composé – het vinkje bij Présent mag je weghalen.