T5 Oefentoets 2V

Oefentoets Thema 5
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je weet per basisstof wat belangrijk is
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets Thema 5
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Je weet per basisstof wat belangrijk is

Slide 1 - Tekstslide

Je kruist dieren met de genotypen: Aa en Aa. Welke genotypen komen voor in F1?
A
Alleen AA
B
AA en aa
C
AA en Aa
D
AA, Aa en aa

Slide 2 - Quizvraag

Een deel van het DNA bestaat uit de basen ATTTC. Welke basen staan hier tegenover om zo basenparen te vormen?

Slide 3 - Open vraag

Je kruist twee heterozygote organismen. Hoe groot is de kans op een dominant fenotype?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quizvraag

Mutaties kunnen ontstaan door te lang in de zon te liggen.
De zonnestralen zijn een ... invloed (vul de puntjes in)

Slide 5 - Open vraag

Bevatten alle lichaamscellen van een 'normaal' en gezond volwassen persoon 46 chromosomen?
A
Ja, allemaal
B
Nee, maar het overgrote deel wel
C
Nee, ongeveer de helft
D
Nee, maar een klein deel

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen komen voor in een cel in je oog? (getal)

Slide 7 - Open vraag

Welk antwoord bevat alleen maar genen?
A
Haarkleur en haarvorm
B
Blond en bruin
C
Oogkleur en blauw
D
Oogkleur en blond

Slide 8 - Quizvraag

Een man en vrouw krijgen een kind.
De man is heterozygoot en heeft blond haar.
De vrouw is homozygoot en heeft bruin haar.
Leg uit: Welke kleur(en) haar kan het kind hebben?

Slide 9 - Open vraag

In de cellen van je spieren, zit ook DNA dat informatie geeft over de bouw van je darmen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een zaadcel van een mens bevat 32 chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Door meiose ontstaan levercellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Cellen kunnen genen uit of aan zetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een mutant is iemand waarbij een mutatie is voorgekomen tijdens zijn leven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

BB is een homozygoot dominant genotype
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Ryan laat een karyogram van zijn chromosomen maken.
Hierop is te zien hoe zijn chromosomen eruit zien en staan ze netjes als paren naast elkaar.
Tussen de chromosomen is een paar dat afwijkt. De ene is veel groter dan de ander.
Ryan heeft echter geen bijzondere afwijkingen of ziektes.

Welk paar kan dit zijn?

Slide 16 - Open vraag

In het lichaam van Ilse zijn eicellen te vinden. Deze bevatten chromosomen. Hieronder staan mogelijke combinaties van chromosomen die in haar eicellen kunnen voorkomen.

Welke klopt?
A
1 X chromosoom
B
1 Y chromosoom
C
1 X of 1 Y chromosom
D
2 X chromosomen of 1 X en 1 Y chromosoom

Slide 17 - Quizvraag

Mara heeft blond haar.
Ze verft het naar een andere kleur omdat ze dat mooier vindt, toch krijgt ze na een tijdje weer blond haar.
Wat gebeurt er als haar haar weer blond wordt?
A
De omgeving verandert het fenotype
B
De omgeving verandert het genotype
C
Het fenotype verandert het genotype
D
Het genotype verandert het fenotype

Slide 18 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van veranderingen aan het fenotype die ontstaat door de omgeving.

Slide 19 - Open vraag

Bij mensen is rood haar dominant over blond haar. Linde heeft blond haar.
Wat klopt over linde?
A
Homozygoot Aa
B
Homozygoot aa
C
Heterozygoot aa
D
Heterozygoot Aa

Slide 20 - Quizvraag

Welk van de antwoorden geeft een heterozygoot genotype weer?
A
RR
B
Bm
C
ki
D
Hh

Slide 21 - Quizvraag

Welke genen kom je tegen in een levercel?
A
Alleen de genen die te maken hebben met de lever 1x
B
Alleen de genen die te maken hebben met de lever 2x
C
Alle verschillende genen van een mens 1x
D
Alle verschillende genen van een mens 2x

Slide 22 - Quizvraag

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is dominant.
Wat geldt voor het genotype van een zwarte kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 23 - Quizvraag

Hiernaast zie je een oogcel met chromosomen van een onbekend organisme.
Hoe zien de chromosomen eruit in een darmcel van dit organisme?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Hiernaast zie je een oogcel met chromosomen van een onbekend organisme.
Hoe zien de chromosomen eruit in een zaadcel van dit organisme?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen mutagene invloed?
A
Zonlicht
B
Rontgen-straling
C
Rook
D
Water

Slide 26 - Quizvraag

Van elk gen bestaan veel verschillende allelen.
Als je bij een bepaald persoon de verschillende allelen van 1 gen zou kunnen bekijken.
Hoeveel verschillende allelen kun je dan maximaal tegenkomen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quizvraag

1e keuze: + OF Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien





2e en 3e keuze: Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien



4e en 5e: draaien 

Slide 28 - Tekstslide

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 29 - Tekstslide