- Je kunt de vorming en de hydrolyse van een vet weergeven in een reactievergelijking in structuurformules
- Je kunt de werking van een emulgator beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
starter: DEMO
Wat is het verschil tussen margarine en halvarine?
Slide 3 - Tekstslide
starter: DEMO
Wat is het verschil tussen margarine en halvarine?
Slide 4 - Tekstslide
starter:
Bij minder dan 40% vet mag het geen halvarine meer heten.
Veel dieet-producten en producten met gezondheidsclaims hebben daarom andere namen
Slide 5 - Tekstslide
essentiële vetzuren
= vetzuren die je lichaam niet zelf kan maken, maar die je binnen moet krijgen via voeding
> voetnoot 1 Binas tabel 67G2
De zuurgroep (C1), is het begin van de keten, dit wordt alpha genoemd. Het einde van de vetzuurketen is omega
Omega-3 betekent dat er op het 3e C-atoom vanaf het einde een C=C zit
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
Geef de vorming van glyceryltrioleaat weer in een reactievergelijking in structuurformules. Gebruik voor de vetzuurstaart de notatie CxHy met de juiste waarden voor x en y.
Slide 7 - Tekstslide
H10.2 Hydrolyse van vetten (Binas 67G1)
Hydrolyse van vetten geeft glycerol en de vetzuren:
Slide 8 - Tekstslide
Even oefenen...
Geef de hydrolyse van glyceryl-1,2-diarachidonaat weer in een reactievergelijking in structuurformules. Gebruik voor de vetzuurstaart de notatie CxHy met de juiste waarden voor x en y.
Slide 9 - Tekstslide
Emulgator
Als je een vet laat reageren met een base (bijv natronloog) in plaats van met water, ontstaat het zuurrestion van het vetzuur.
zuurrestion = zuurgroep (~COOH) die H+ heeft afgestaan
Slide 10 - Tekstslide
Emulgator
Het zuurrestion is een emulgator
en werkt als zeep:
hydrofobe staartgeladen kop
mengt goed met vuil mengt goed met water
onthoud:
een emulgator zorgt ervoor dat een hydrofobe en een hydrofiele stof kunnen mengen
Slide 11 - Tekstslide
Eigen werk
Bestudeer H10.2
Maak opgave 15 + 17 (= CE !)
Heb je opgave 12 + 14 + 15ab nog niet af? Doe dat dan eerst